Faroer en Ijsland 2007
Geplaatst: 09 aug 2007, 15:55
Reisverslag (deel 1) van van mijn 23daagse rit naar de Faroer en Ijsland.
(Klik op de foto's om een groter formaat te zien.)
Dag 1, Vrijdag 13 juli, van Schin op Geul naar Ribe (DK)
Zaterdag 7 juli met hulp van Mokam de 23liter HPN tank en het Touratech kofferrek gemonteerd,
maandag naar TechnoFlex Suspension voor verdere aanpassing aan de vering voor het te verwachten hogere gewicht
door extra benzine en bagage, en woensdag de motor opgehaald om eens rustig een avondje te kunnen proberen hoe de boel op te pakken.
Gelukkig past mijn oude VP45tanktas zonder al te veel aanpassingen en daar ik dit jaar solo rijd kan de bagagerol op het zadel.
Van een maat een stuk schapevacht gekregen tegen het doorzitten op de autobaan, en donderdagavond staat de boel opgepakt en wel klaar voor vertrek.
Vrijdagochtend nog even een nieuwe TKC80 laten monteren en begonnen aan de eerste en meest vervelende etappe, autobaan naar Denemarken.
Drukte valt mee, zelfs bij de Elbetunnel bij Hamburg middenin de avondspits nauwelijks file. Tegen 18:00 de Deense grens gepasseerd en de autobaan verlaten richting
westkust. Hamburger/tankstop en uiteindelijk uitgekomen in Ribe, het oudste stadje van Denemarken volgens de erg vriendelijke campingbeheerder.
Grappig was dat ik in Ribe, toen we op een infobord stonden te kijken waard de camping was, werd aangesproken door een Nederlander die daar met zijn camper op de parkeerplaats stond: "Jij bent toch Geert, of niet?". Bleek dat hij ook vaker bij Mokam kwam en dat we elkaar wel eens ontmoet hadden op de wintertreffens van MC Hamaland. Een klein wereldje.
Dag 2, van Ribe naar de ferry in Hanstolm
Nog maar een kleine 200km te gaan vandaag tot Hanstolm, waar we om 18:00 aanwezig moeten zijn voor de ferry.
Alle tijd dus om rustig aan te ontbijten, en langs de kust omhoog te sukkelen met iets meer koffiestops dan normaal.
Op zich leuke wegen zo langs de kust, vaak door de duinen en en wat Deense Badplaatsjes. Alhoewel ik geloof ik voor het eerst in mijn leven wat foto's heb gemaakt van een doorreis door Denemarken, was ook dit kustgebied geen streek waar ik langer zou willen vertoeven
of een vakantie naar toe zou plannen. Smaken verschillen blijkbaar, want er was nogal wat vakantieverkeer op deze wegen...
Camping in Ribe en onderweg langs de Deense kust
Tegen 17:00 aangekomen in de haven van Hanstolm, waar we de Norröna 2 net zagen binnenvaren.
Op de parkeerplaats al een bonte verzameling van voertuigen in alle soorten en maten, met hier en daar erg avontuurlijk uitziende
off-road geschikte creaties. Van het handjevol motoren was zo'n beetje de helft KTM's, en zeker de 950adv was goed vertegenwoordigd.
Meest opvallende was de 125cc Scooter, zwart met veel chroom en breed stuur, van een Duitse leraar, Knut, die voor de 2e keer hiermee naar Ijsland ging.
Ooit eerder zichzelf erg tegegekomen tijdens een fietstocht over Ijsland was deze scooter voor hem, zonder motorrijbewijs, een beter alternatief.
Knut hat Mut...
Haven in Hanstolm en de motoren
Inschepen verliep rustig, er waren zowel voor als achter in het ruim over de gehele breedte rekken waartussen te motoren konden worden vastgezet, en daar er niet meteen auto's achter ons werden gezet hadden we alle tijd en ruimte om de boel vast te zetten en naar boven te gaan.
Goed vastgezet en een medereiziger
Vergeleken met de Norröna 1 die we op onze eerste IJslandtrip hadden, is de Norröna 2 is groot en luxe schip, mooi beschut buitendek met glazen wand en dak, goede hutten met douche/wc, een meerdere barretjes, cafetaria's en zo ..
's Avonds aan dek het meegebrachte avondeten opgepeuzeld en een uurtje of wat over het water zitten turen, waar de enige onderbreking is het vele water een enkel boorplatform is.
Dag 3, korte laad/los stop in Lerwick op de Shetlands
De enige onderbreking in lezen, rondje lopen, kopje koffie halen, lezen op deze zondag is de tussenstop in Lerwick op de Shetland eilanden, waar een korte tussenstop wordt gemaakt om passagiers die via Schotland (Aberdeen / Northlink ferries) zijn gekomen aan boord te nemen.
Het is er mooi en helder weer, dus ook vanaf de boot kan ik enkele plekken ontdekken waar ik enkele jaren terug gekampeerd, gewandeld en gereden heb.
Bij Sumburgh Head, het zuidelijkste puntje van de Shetlands nog even een tijdje goed het water afgespeurd naar walvissen, het schijnt dat er in deze diepe vaargeul net voor de kust er nog al eens wat te zien zijn, maar helaas blijven ze dit keer buiten beeld/lens/blikveld.
Aankomst op de Shetlands en Lerwick
Dag 4, aankomst op op de Faroer
Op een wel zeer onchristelijk tijdstip, 5.00 uur worden we er door de scheepsomroep op geattendeerd dat we over 2 uur in Torshavn aanleggen en we van boord moeten.
Iedereen moet hier tot woensdag blijven wachten op de boot die nu eerst naar Bergen in Noorwegen gaat om passagiers van Ijsland daar te droppen en nieuwe reizigers op te pikken.
Aankomst op de Faroer en TorsHavn
Marlies had op internet een camping gevonden die er wel aardig uitzag, bij een hotel in Eiđi, dus daar maar in alle vroegte naartoe gereden.
Het weer was wat bewolkt, maar droog, en de wegen goed onderhouden en tot d elaatste centimeter geasfalteerd. Om 8:00 uur 's morgens al voor je net opgebouwde tentje zitten na een toerritje is toch een aparte gewaarwording.
Tegen de middag werd het weer beter en beter, dus besloten om de eilanden eens te gaan verkennen. Tot vorig jaar waren alleen de eilanden Streymoy en Esturoy met een brug verbonden en dus zonder verder veerboten te bezoeken, maar sinds 2006 zijn er 2 tunnels bijgekomen, zodat in het noorden nu oa de eilanden Bordoy en Vidoy en in het westen Vågar te bereiken zijn.
Op de pas richting natuurlijke haven bij Gjógv (lett rotsspleet) door de wolken gereden, evenals de tunnel onder zee naar de noordelijke eilanden erg verfrissend, maar verder lekker weer om te rijden. Onderweg even wat picknickbenodigdheden gehaald en in de zon, aan zee en vlakbij een waterval in het zonnetje gezeten.
Op het noordelijkste puntje van de eilanden kwam flinke bewolking binnen dus het laatste stukje noordelijk werd een natte bedoening.
Wel troffen we aan het eindpunt van deze weg Knut met scooter weer, die tunnels, bergen en regen getrotseerd had om daar te komen. Knut ging gut.
Ook een belevenis zijn de twee onverlichte singletrack tunnels met passing places op deze route; zeker terug naar het zuiden, met meer tegenverkeer was dit steeds sprintjes trekken naar de volgende inham.
Gjógv en in de wolken
Bij Elduvik en picknickstop bij Árnafjørđur
Dag 5, regenachtig wandeldagje
Bij aankomst hadden we de hoop dat het goede weer dat ze blijkbaar al weken hadden zou aanhouden; er waren vergeleken bij mijn eerste bezoek in 1997 heel wat minder watervallen te zien dus dat leek veelbelovend.
Het schijnt op de Faroer zo'n beetje 360 van de 365 dagen te regenen, en dit was dus 1 van die niet geheel droge dagen helaas.
Tot de middag zo'n beetje iedere aandrang om actief te worden weten te onderdrukken, maar nadat ook het laatste getik op de tent gestopt was
de wandelschoenen maar eens aangetrokken. Een wandeling langs de kust leek ons een aardig alternatief voor een ritje over kletsnatte wegen.
Terug in Eiđi kwan daar net Ulli voorbij, een Duitse V-Strom 650 rijder, met achterop, jawel, onze scoterpiloot Knut. Ging nicht Gut mit Roller von Knut...
Scoter was uitgevallen met vochtprobleem en Ulli had hem 30km op sleeptouw genomen terug naar een brommer/motorzaak in Torshavn, volgens Knut had hij nog nooit zo snel gereden op zijn scooter. Rest van de dag was ie dus achterop op de V-Strom de eilanden aan het verkennen, in afwachting van de reparatie van zijn scooter. Knut hielt Mut.
Eiđi en de camping in Eiđi
Dag 6, over de zuidelijke eilanden en terug naar de ferry
Om 15:00 werden we verwacht in Torshavn, voor de 2e boot-etappe naar Ijsland, dus nog ruim de tijd om ook de zuidelijke eilanden per motor te verkennen.
Eerst even getankt en vervolgens de doodlopende weg naar Tjornovik gereden, gevolgd door de eveneens doodlopende, maar ook erg mooie weg naar Saksun.
Omdat we nog ruim de tijd hadden en het weer verrassend zonnig werd toch nog even doorgereden en de tunnel naar Vågar genomen, waar we aan het einde van de weg een pracht picknickplek in de zon hadden, met uitzicht over wat kleine eilandjes. Erg mooie plek om een volgende keer te gaan kamperen.
Tjornovik en Saksun
Tegen 15:00 aangekomen in Torshavn, volgetankt, en richting haven waar we de andere motorrijders weer troffen, inclusief Knut op een weer rijdende scooter.
War wieder alles gut mit Knut.
Nog even verbaasd/geamuseerd de passagiers van een naast onze ferry gelegen cruise schip van de HAL staan bewonderen, of beter gezegd
de outfits van deze passagiers, vrij concequent net te kleine kleren voor hun vaak te grote maat, en hier en daar zelfs (roze) pluchen oorwarmers tegen de wel erg bijtende kou in de behaaglijke middagzon. Dat dit volk ooit de eerste mens op de maan heeft gekregen en nu de enig overgebleven supermacht is, is op zo'n moment moeilijk te geloven, maar mathematisch gezien kan het toch geen toeval zijn geweest...
Eerste paar uur varen was erg mooi, tussen de eilanden door, in de zon, later werd het uitzicht weer wat saaier, zee.
Picknickplek op Vågar en de boottocht tussen de eilanden
Dag 7, van Seyđisfjörđur naar Skaftafell
Ijsland komt in zicht, besneeuwde toppen, nevel boven het water, en blauwe lucht erboven, ziet er veelbelovend uit.
Uitschepen verloopt vlotjes, alhoewel het even duurt eer er genoeg auto's vertrokken zijn om met de moteren eruit te kunnen.
Na door de douane voorzien te zijn van een (gratis) wegenbelasting sticker de 93 naar Egilstađir gereden om daar wat Ijslandse kronen te halen.
Geldautomaten zijn er op Ijsland genoeg zolang je in de buurt van de ringweg zit dus veel contanten inslaan is niet nodig.
Eerste blik op Ijsland
Op mijn eerste Ijslandrit, en mijn zusjes beide ritten ernaar toe zijn we tegen de klok ingereden, dus eerst noordelijk gegaan, dus als afwisseling
besloten om, nu eerst zuidelijk te gaan. Ulli, de Duitste V-strom650 rijder, informeert op de kamping even of het weer in het zuiden goed is,
en besluit vervolgens om een tijdje met ons mee te rijden. Uiteindelijk is hij de hele vakantie met ons meegereden.
Via de 92 en 96 zuid langs de kust, slingerend door mooie fjorden en vanaf Breiđdalsvik de 1 weer opgepakt.
De wegen zijn goed en geasfalteerd, af en toe een paar kilometer onverhard, en enkel de wegwerkzaamheden zorgen dan voor
wat leuke afwisseling omdat ze graag met dikke lagen los grind werken.
Langs weg 96 en weg nr 1
Bij Höfn even de 99 opgegaan het stadje in om te tanken, na een goede 290km was de 17 litertank van John's Dominator aardig leeg.
Meteen even wat inkopen gedaan, en besloten door te rijden naar de kamping in het Skaftafell Nationale Park. Het landschap veranderd,
in plaats van de kust te volgen over wegen die langs de buitenkant van de bergen kronkelen rijden we nu meest over lange rechte stukken
door uitgestrekte zwart-grijze steenvlaktes met rechts in de verte steeds de immense ijsmassa's van de Vatnajökull gletstjer.
Onderweg een uitgebreide fotostop gemaakt bij Jökulsárlón, een meer aan de voet van een gletsjertong vol met van de gletsjer afgebrokkelde ijsmassa's.
Jökulsárlón
Skaftafell is druk, de meeste Ijslanders hebben ook vakantie in deze tijd, maar wel mooi. Links en rechts van de camping op loopafstand gletsjers, en ertussen een heuse beboste heuvel. Alhoewel dat bos ineens wat kleiner lijkt wanneer ik een paar wandelaars de heuvel al zie dalen, en de hoogste "boomtoppen" zo'n beetje knie-hoog komen....
De camping in Skaftafell en weg 1 langs de zuidkust
Dag 8, naar Kirkjubærsklaustur en de F206 naar Laki
Vandaag een korte etappe van zo'n 80km naar de camping in Kirkjubærsklaustur, omdat we 's middags de F206 naar de kraters bij de Lakigigar willen gaan proberen. Proberen, omdat we niet weten hoe de 5 doorwadingen zullen zijn die we volgens de kaart op deze 50km lange bergroute tegen zullen komen.
Tentje opgezet op een mooi veldje en het dorp in voor een kop koffie en benzine. Daar treffen we een Nederlands stel met twee xt660's die met
ons op de ferry waren, en die via VrijUit een weekje Ijsland rijden. Hun Xt's zijn nog voorzien van een laag rood zand van hun vorige reis, naar Australie...
Het leek hen wel leuk om mee te gaan naar Laki, hetgeen ons ook wel aardig leek, daar we hadden gehoord dat Bas nogal wat offroadervaring had; enkele jaren terug 52e geworden op een Honda in de Dakar.
De camping en het begin van de F206
Enkele kilometers westelijk van het dorp de 1 verlaten en de 206 opgegaan, en al vrij snel houdt het asfalt op en worden de stenen groter.
De eerste doorwading staat nagenoeg droog, enkel wat natte en dikkere stenen in de 20 meter lange rivierbedding. De volgende is wat vervelender, meer stroming, wat dieper, dikkere keien en twee stromen om te doorkruisen, maar ook deze gaat goed.
De weg gaat nu vaak stijl omhoog en omlaag richting doorwading 3, een metertje of 7 breed, wat stroming en van onbekende diepte.
Besloten om even te wachten op een Landrover die we eerder hadden ingehaald, zodat deze eerst kon gaan en wij dus zonder natte voeten een
idee van de diepte konden krijgen.
Avonturier stopt echter aan de waterkant en wacht op ons, waarop Bas besluit om dan maar als eerste te gaan. Net stroomafwaarts naast de "doorgaande" route is het maar een 20cm diep en nauwelijks stenen, dus het gaat een stuk makkelijker dan verwacht. Zo makkelijk dat na onze 6 motoren ook de landrover erdoor durft...
Hp2 te water en een dappere Ulli
Nummer 4 gaat ook makkelijk, weer een dubbele stroom, maar met weinig water en enkel wat dikke stenen. Hier is goed te zien dat het al weken niet geregend heeft, de rivierbedding is behoorlijk diep, en bevat zo te zien meest meer water dan nu. Ook later deze vakatie zullen we dit vaker zien, lage waterstanden, of zelfs compleet droge beddingen die zodoende een stuk makkelijker te doorkruisen zijn dan normaal het geval moet zijn...
Ook nummer 5 gaat goed, het door de auto's diep uitgereden spoor in ook hier net stroomafwaarts vrij ondiep, maar wel met een dikke zandlaag op de oever, ff ploeteren dus, en voor Anna net te diep om niet te vallen.
De laatste kilometers gaan over een andere planeet, een zanderige route door een lavaveld, prachtig, maar wel opletten met de hier en daar ver uitstekende rotsen in het meest zwarte zand.
Ook Laki zelf is indrukwekkend, een serie kraters die zich kilometers lang rekt door een nagenoeg onbegroeid maanlandschap.
Lakigigar
De terugroute gaat vlotjes, op een slippertje van Marlies en Anna na die wat enthiousiast gas geven in de langste doorwading, en wat heikele momenten op de steile afdalingen met scherpe bochten voor Ulli op zijn V-strom met niet uitschakelbaar abs. Blijft wel opletten om niet te hard te gaan rijden en te proberen Bas bij te houden, daarvoor zijn er toch teveel scherpe knikken en dikke stenen die een voortijding einde van de vakantie kunnen betekenen...
Moe maar voldaan na onze eerste 100km serieuze 4x4route en 10 doorwadingen trakteren we onszelf 's avonds op pizza.
Dag 9, via Vik naar de Seljalandsfoss
Op de boot kregen we van Knut de tip om bij de vuurtoren van Vik te stoppen om daar de papagaaiduikers te bekijken, er zitten er daar vrij veel, en je kunt er tot op 1 meter vandaan komen. Sehr Gut Knut!
Net na Vik (en natuurlijk een koffiestop) eerst de 215 genomen naar de basaltrotsen aan de kust, en vervolgens terug naar de 1 en de 218 richting vuurtoren. Net voor de afslag naar deze vuurtoren op de Y-slitsing linksaf gegaan naar de rotsen met papagaaiduikers, en daar een uurtje rondgekeken en deze amusante, nijverige vogeltjes bekeken die af en aan vliegen met snavels vol visjes.
Basaltrotsen en papagaaiduikers bij Vik
Vervolgens door naar een camping aan de 249, vlakbij de Seljalandsfoss, omdat vanaf de parkeerplaats bij de waterval dagelijks om 11.00 een bus stopt met bestemming Þorsmörk. Nog even een korte stop bij de Skógáfoss, een erg mooie waterval, maar ook erg druk zo aan het einde van de middag.
De camping is mooi groot, en een rustige plek voor 3 tentjes en 4 motoren, met uitzicht op de Seljalandsfoss is dan ook zo gevonden.
's Avond nog even naar de waterval gelopen, lekker weinig andere bezoekers zo laat op de dag, dus ook het paadje achter de waterval hadden we voor onszelf.
Apart om een zonsondergang te bekijken vanachter een waterval...
Camping aan de 249 en de zonsondergang vanachter de Seljalandsfoss
Wordt vervolgd...
(Klik op de foto's om een groter formaat te zien.)
Dag 1, Vrijdag 13 juli, van Schin op Geul naar Ribe (DK)
Zaterdag 7 juli met hulp van Mokam de 23liter HPN tank en het Touratech kofferrek gemonteerd,
maandag naar TechnoFlex Suspension voor verdere aanpassing aan de vering voor het te verwachten hogere gewicht
door extra benzine en bagage, en woensdag de motor opgehaald om eens rustig een avondje te kunnen proberen hoe de boel op te pakken.
Gelukkig past mijn oude VP45tanktas zonder al te veel aanpassingen en daar ik dit jaar solo rijd kan de bagagerol op het zadel.
Van een maat een stuk schapevacht gekregen tegen het doorzitten op de autobaan, en donderdagavond staat de boel opgepakt en wel klaar voor vertrek.
Vrijdagochtend nog even een nieuwe TKC80 laten monteren en begonnen aan de eerste en meest vervelende etappe, autobaan naar Denemarken.
Drukte valt mee, zelfs bij de Elbetunnel bij Hamburg middenin de avondspits nauwelijks file. Tegen 18:00 de Deense grens gepasseerd en de autobaan verlaten richting
westkust. Hamburger/tankstop en uiteindelijk uitgekomen in Ribe, het oudste stadje van Denemarken volgens de erg vriendelijke campingbeheerder.
Grappig was dat ik in Ribe, toen we op een infobord stonden te kijken waard de camping was, werd aangesproken door een Nederlander die daar met zijn camper op de parkeerplaats stond: "Jij bent toch Geert, of niet?". Bleek dat hij ook vaker bij Mokam kwam en dat we elkaar wel eens ontmoet hadden op de wintertreffens van MC Hamaland. Een klein wereldje.
Dag 2, van Ribe naar de ferry in Hanstolm
Nog maar een kleine 200km te gaan vandaag tot Hanstolm, waar we om 18:00 aanwezig moeten zijn voor de ferry.
Alle tijd dus om rustig aan te ontbijten, en langs de kust omhoog te sukkelen met iets meer koffiestops dan normaal.
Op zich leuke wegen zo langs de kust, vaak door de duinen en en wat Deense Badplaatsjes. Alhoewel ik geloof ik voor het eerst in mijn leven wat foto's heb gemaakt van een doorreis door Denemarken, was ook dit kustgebied geen streek waar ik langer zou willen vertoeven
of een vakantie naar toe zou plannen. Smaken verschillen blijkbaar, want er was nogal wat vakantieverkeer op deze wegen...
Camping in Ribe en onderweg langs de Deense kust
Tegen 17:00 aangekomen in de haven van Hanstolm, waar we de Norröna 2 net zagen binnenvaren.
Op de parkeerplaats al een bonte verzameling van voertuigen in alle soorten en maten, met hier en daar erg avontuurlijk uitziende
off-road geschikte creaties. Van het handjevol motoren was zo'n beetje de helft KTM's, en zeker de 950adv was goed vertegenwoordigd.
Meest opvallende was de 125cc Scooter, zwart met veel chroom en breed stuur, van een Duitse leraar, Knut, die voor de 2e keer hiermee naar Ijsland ging.
Ooit eerder zichzelf erg tegegekomen tijdens een fietstocht over Ijsland was deze scooter voor hem, zonder motorrijbewijs, een beter alternatief.
Knut hat Mut...
Haven in Hanstolm en de motoren
Inschepen verliep rustig, er waren zowel voor als achter in het ruim over de gehele breedte rekken waartussen te motoren konden worden vastgezet, en daar er niet meteen auto's achter ons werden gezet hadden we alle tijd en ruimte om de boel vast te zetten en naar boven te gaan.
Goed vastgezet en een medereiziger
Vergeleken met de Norröna 1 die we op onze eerste IJslandtrip hadden, is de Norröna 2 is groot en luxe schip, mooi beschut buitendek met glazen wand en dak, goede hutten met douche/wc, een meerdere barretjes, cafetaria's en zo ..
's Avonds aan dek het meegebrachte avondeten opgepeuzeld en een uurtje of wat over het water zitten turen, waar de enige onderbreking is het vele water een enkel boorplatform is.
Dag 3, korte laad/los stop in Lerwick op de Shetlands
De enige onderbreking in lezen, rondje lopen, kopje koffie halen, lezen op deze zondag is de tussenstop in Lerwick op de Shetland eilanden, waar een korte tussenstop wordt gemaakt om passagiers die via Schotland (Aberdeen / Northlink ferries) zijn gekomen aan boord te nemen.
Het is er mooi en helder weer, dus ook vanaf de boot kan ik enkele plekken ontdekken waar ik enkele jaren terug gekampeerd, gewandeld en gereden heb.
Bij Sumburgh Head, het zuidelijkste puntje van de Shetlands nog even een tijdje goed het water afgespeurd naar walvissen, het schijnt dat er in deze diepe vaargeul net voor de kust er nog al eens wat te zien zijn, maar helaas blijven ze dit keer buiten beeld/lens/blikveld.
Aankomst op de Shetlands en Lerwick
Dag 4, aankomst op op de Faroer
Op een wel zeer onchristelijk tijdstip, 5.00 uur worden we er door de scheepsomroep op geattendeerd dat we over 2 uur in Torshavn aanleggen en we van boord moeten.
Iedereen moet hier tot woensdag blijven wachten op de boot die nu eerst naar Bergen in Noorwegen gaat om passagiers van Ijsland daar te droppen en nieuwe reizigers op te pikken.
Aankomst op de Faroer en TorsHavn
Marlies had op internet een camping gevonden die er wel aardig uitzag, bij een hotel in Eiđi, dus daar maar in alle vroegte naartoe gereden.
Het weer was wat bewolkt, maar droog, en de wegen goed onderhouden en tot d elaatste centimeter geasfalteerd. Om 8:00 uur 's morgens al voor je net opgebouwde tentje zitten na een toerritje is toch een aparte gewaarwording.
Tegen de middag werd het weer beter en beter, dus besloten om de eilanden eens te gaan verkennen. Tot vorig jaar waren alleen de eilanden Streymoy en Esturoy met een brug verbonden en dus zonder verder veerboten te bezoeken, maar sinds 2006 zijn er 2 tunnels bijgekomen, zodat in het noorden nu oa de eilanden Bordoy en Vidoy en in het westen Vågar te bereiken zijn.
Op de pas richting natuurlijke haven bij Gjógv (lett rotsspleet) door de wolken gereden, evenals de tunnel onder zee naar de noordelijke eilanden erg verfrissend, maar verder lekker weer om te rijden. Onderweg even wat picknickbenodigdheden gehaald en in de zon, aan zee en vlakbij een waterval in het zonnetje gezeten.
Op het noordelijkste puntje van de eilanden kwam flinke bewolking binnen dus het laatste stukje noordelijk werd een natte bedoening.
Wel troffen we aan het eindpunt van deze weg Knut met scooter weer, die tunnels, bergen en regen getrotseerd had om daar te komen. Knut ging gut.
Ook een belevenis zijn de twee onverlichte singletrack tunnels met passing places op deze route; zeker terug naar het zuiden, met meer tegenverkeer was dit steeds sprintjes trekken naar de volgende inham.
Gjógv en in de wolken
Bij Elduvik en picknickstop bij Árnafjørđur
Dag 5, regenachtig wandeldagje
Bij aankomst hadden we de hoop dat het goede weer dat ze blijkbaar al weken hadden zou aanhouden; er waren vergeleken bij mijn eerste bezoek in 1997 heel wat minder watervallen te zien dus dat leek veelbelovend.
Het schijnt op de Faroer zo'n beetje 360 van de 365 dagen te regenen, en dit was dus 1 van die niet geheel droge dagen helaas.
Tot de middag zo'n beetje iedere aandrang om actief te worden weten te onderdrukken, maar nadat ook het laatste getik op de tent gestopt was
de wandelschoenen maar eens aangetrokken. Een wandeling langs de kust leek ons een aardig alternatief voor een ritje over kletsnatte wegen.
Terug in Eiđi kwan daar net Ulli voorbij, een Duitse V-Strom 650 rijder, met achterop, jawel, onze scoterpiloot Knut. Ging nicht Gut mit Roller von Knut...
Scoter was uitgevallen met vochtprobleem en Ulli had hem 30km op sleeptouw genomen terug naar een brommer/motorzaak in Torshavn, volgens Knut had hij nog nooit zo snel gereden op zijn scooter. Rest van de dag was ie dus achterop op de V-Strom de eilanden aan het verkennen, in afwachting van de reparatie van zijn scooter. Knut hielt Mut.
Eiđi en de camping in Eiđi
Dag 6, over de zuidelijke eilanden en terug naar de ferry
Om 15:00 werden we verwacht in Torshavn, voor de 2e boot-etappe naar Ijsland, dus nog ruim de tijd om ook de zuidelijke eilanden per motor te verkennen.
Eerst even getankt en vervolgens de doodlopende weg naar Tjornovik gereden, gevolgd door de eveneens doodlopende, maar ook erg mooie weg naar Saksun.
Omdat we nog ruim de tijd hadden en het weer verrassend zonnig werd toch nog even doorgereden en de tunnel naar Vågar genomen, waar we aan het einde van de weg een pracht picknickplek in de zon hadden, met uitzicht over wat kleine eilandjes. Erg mooie plek om een volgende keer te gaan kamperen.
Tjornovik en Saksun
Tegen 15:00 aangekomen in Torshavn, volgetankt, en richting haven waar we de andere motorrijders weer troffen, inclusief Knut op een weer rijdende scooter.
War wieder alles gut mit Knut.
Nog even verbaasd/geamuseerd de passagiers van een naast onze ferry gelegen cruise schip van de HAL staan bewonderen, of beter gezegd
de outfits van deze passagiers, vrij concequent net te kleine kleren voor hun vaak te grote maat, en hier en daar zelfs (roze) pluchen oorwarmers tegen de wel erg bijtende kou in de behaaglijke middagzon. Dat dit volk ooit de eerste mens op de maan heeft gekregen en nu de enig overgebleven supermacht is, is op zo'n moment moeilijk te geloven, maar mathematisch gezien kan het toch geen toeval zijn geweest...
Eerste paar uur varen was erg mooi, tussen de eilanden door, in de zon, later werd het uitzicht weer wat saaier, zee.
Picknickplek op Vågar en de boottocht tussen de eilanden
Dag 7, van Seyđisfjörđur naar Skaftafell
Ijsland komt in zicht, besneeuwde toppen, nevel boven het water, en blauwe lucht erboven, ziet er veelbelovend uit.
Uitschepen verloopt vlotjes, alhoewel het even duurt eer er genoeg auto's vertrokken zijn om met de moteren eruit te kunnen.
Na door de douane voorzien te zijn van een (gratis) wegenbelasting sticker de 93 naar Egilstađir gereden om daar wat Ijslandse kronen te halen.
Geldautomaten zijn er op Ijsland genoeg zolang je in de buurt van de ringweg zit dus veel contanten inslaan is niet nodig.
Eerste blik op Ijsland
Op mijn eerste Ijslandrit, en mijn zusjes beide ritten ernaar toe zijn we tegen de klok ingereden, dus eerst noordelijk gegaan, dus als afwisseling
besloten om, nu eerst zuidelijk te gaan. Ulli, de Duitste V-strom650 rijder, informeert op de kamping even of het weer in het zuiden goed is,
en besluit vervolgens om een tijdje met ons mee te rijden. Uiteindelijk is hij de hele vakantie met ons meegereden.
Via de 92 en 96 zuid langs de kust, slingerend door mooie fjorden en vanaf Breiđdalsvik de 1 weer opgepakt.
De wegen zijn goed en geasfalteerd, af en toe een paar kilometer onverhard, en enkel de wegwerkzaamheden zorgen dan voor
wat leuke afwisseling omdat ze graag met dikke lagen los grind werken.
Langs weg 96 en weg nr 1
Bij Höfn even de 99 opgegaan het stadje in om te tanken, na een goede 290km was de 17 litertank van John's Dominator aardig leeg.
Meteen even wat inkopen gedaan, en besloten door te rijden naar de kamping in het Skaftafell Nationale Park. Het landschap veranderd,
in plaats van de kust te volgen over wegen die langs de buitenkant van de bergen kronkelen rijden we nu meest over lange rechte stukken
door uitgestrekte zwart-grijze steenvlaktes met rechts in de verte steeds de immense ijsmassa's van de Vatnajökull gletstjer.
Onderweg een uitgebreide fotostop gemaakt bij Jökulsárlón, een meer aan de voet van een gletsjertong vol met van de gletsjer afgebrokkelde ijsmassa's.
Jökulsárlón
Skaftafell is druk, de meeste Ijslanders hebben ook vakantie in deze tijd, maar wel mooi. Links en rechts van de camping op loopafstand gletsjers, en ertussen een heuse beboste heuvel. Alhoewel dat bos ineens wat kleiner lijkt wanneer ik een paar wandelaars de heuvel al zie dalen, en de hoogste "boomtoppen" zo'n beetje knie-hoog komen....
De camping in Skaftafell en weg 1 langs de zuidkust
Dag 8, naar Kirkjubærsklaustur en de F206 naar Laki
Vandaag een korte etappe van zo'n 80km naar de camping in Kirkjubærsklaustur, omdat we 's middags de F206 naar de kraters bij de Lakigigar willen gaan proberen. Proberen, omdat we niet weten hoe de 5 doorwadingen zullen zijn die we volgens de kaart op deze 50km lange bergroute tegen zullen komen.
Tentje opgezet op een mooi veldje en het dorp in voor een kop koffie en benzine. Daar treffen we een Nederlands stel met twee xt660's die met
ons op de ferry waren, en die via VrijUit een weekje Ijsland rijden. Hun Xt's zijn nog voorzien van een laag rood zand van hun vorige reis, naar Australie...
Het leek hen wel leuk om mee te gaan naar Laki, hetgeen ons ook wel aardig leek, daar we hadden gehoord dat Bas nogal wat offroadervaring had; enkele jaren terug 52e geworden op een Honda in de Dakar.
De camping en het begin van de F206
Enkele kilometers westelijk van het dorp de 1 verlaten en de 206 opgegaan, en al vrij snel houdt het asfalt op en worden de stenen groter.
De eerste doorwading staat nagenoeg droog, enkel wat natte en dikkere stenen in de 20 meter lange rivierbedding. De volgende is wat vervelender, meer stroming, wat dieper, dikkere keien en twee stromen om te doorkruisen, maar ook deze gaat goed.
De weg gaat nu vaak stijl omhoog en omlaag richting doorwading 3, een metertje of 7 breed, wat stroming en van onbekende diepte.
Besloten om even te wachten op een Landrover die we eerder hadden ingehaald, zodat deze eerst kon gaan en wij dus zonder natte voeten een
idee van de diepte konden krijgen.
Avonturier stopt echter aan de waterkant en wacht op ons, waarop Bas besluit om dan maar als eerste te gaan. Net stroomafwaarts naast de "doorgaande" route is het maar een 20cm diep en nauwelijks stenen, dus het gaat een stuk makkelijker dan verwacht. Zo makkelijk dat na onze 6 motoren ook de landrover erdoor durft...
Hp2 te water en een dappere Ulli
Nummer 4 gaat ook makkelijk, weer een dubbele stroom, maar met weinig water en enkel wat dikke stenen. Hier is goed te zien dat het al weken niet geregend heeft, de rivierbedding is behoorlijk diep, en bevat zo te zien meest meer water dan nu. Ook later deze vakatie zullen we dit vaker zien, lage waterstanden, of zelfs compleet droge beddingen die zodoende een stuk makkelijker te doorkruisen zijn dan normaal het geval moet zijn...
Ook nummer 5 gaat goed, het door de auto's diep uitgereden spoor in ook hier net stroomafwaarts vrij ondiep, maar wel met een dikke zandlaag op de oever, ff ploeteren dus, en voor Anna net te diep om niet te vallen.
De laatste kilometers gaan over een andere planeet, een zanderige route door een lavaveld, prachtig, maar wel opletten met de hier en daar ver uitstekende rotsen in het meest zwarte zand.
Ook Laki zelf is indrukwekkend, een serie kraters die zich kilometers lang rekt door een nagenoeg onbegroeid maanlandschap.
Lakigigar
De terugroute gaat vlotjes, op een slippertje van Marlies en Anna na die wat enthiousiast gas geven in de langste doorwading, en wat heikele momenten op de steile afdalingen met scherpe bochten voor Ulli op zijn V-strom met niet uitschakelbaar abs. Blijft wel opletten om niet te hard te gaan rijden en te proberen Bas bij te houden, daarvoor zijn er toch teveel scherpe knikken en dikke stenen die een voortijding einde van de vakantie kunnen betekenen...
Moe maar voldaan na onze eerste 100km serieuze 4x4route en 10 doorwadingen trakteren we onszelf 's avonds op pizza.
Dag 9, via Vik naar de Seljalandsfoss
Op de boot kregen we van Knut de tip om bij de vuurtoren van Vik te stoppen om daar de papagaaiduikers te bekijken, er zitten er daar vrij veel, en je kunt er tot op 1 meter vandaan komen. Sehr Gut Knut!
Net na Vik (en natuurlijk een koffiestop) eerst de 215 genomen naar de basaltrotsen aan de kust, en vervolgens terug naar de 1 en de 218 richting vuurtoren. Net voor de afslag naar deze vuurtoren op de Y-slitsing linksaf gegaan naar de rotsen met papagaaiduikers, en daar een uurtje rondgekeken en deze amusante, nijverige vogeltjes bekeken die af en aan vliegen met snavels vol visjes.
Basaltrotsen en papagaaiduikers bij Vik
Vervolgens door naar een camping aan de 249, vlakbij de Seljalandsfoss, omdat vanaf de parkeerplaats bij de waterval dagelijks om 11.00 een bus stopt met bestemming Þorsmörk. Nog even een korte stop bij de Skógáfoss, een erg mooie waterval, maar ook erg druk zo aan het einde van de middag.
De camping is mooi groot, en een rustige plek voor 3 tentjes en 4 motoren, met uitzicht op de Seljalandsfoss is dan ook zo gevonden.
's Avond nog even naar de waterval gelopen, lekker weinig andere bezoekers zo laat op de dag, dus ook het paadje achter de waterval hadden we voor onszelf.
Apart om een zonsondergang te bekijken vanachter een waterval...
Camping aan de 249 en de zonsondergang vanachter de Seljalandsfoss
Wordt vervolgd...