YOO
Dag 5, woensdag 15 augustus.
(07u00) Vandaag is de grote dag aangebroken, ik ben al een tijdje wakker, vraag me af of we nu op een feestdag wel aan benzine gaan geraken, anders zou ’t wel is dikke nougabollen kunnen zijn.
(07u30) Paul klimt op z’n R80GS, en gaat dus voor ons, bijna droogstaande tweewielers, de omgeving verkennen, hij gaat ons via sms op de hoogte houden van z’n zoektocht.
(07u45) Sms’ke komt binnen, de Total 5km verder is open, we (Raket en ik) springen in de motokleren, en tegen dat Paul terug aan de camping is staan we allen klaar om te vertrekken.
(08u15) Uiteindelijk blijven we eerst nog een half uur plakken, en leuteren, nochthans, men is ons gezegd dat de voormiddag prachtig weer zou geven, maar in de namiddag zou de bewolking kunnen de vallei binnenschuiven, ’t zou wel droog blijven, maar ‘k heb liever een zonneke dan zo’n mistige wolk rond en/of boven me...
(08u45) De tanken zijn volgedaan, nu is ’t dus naar de tunnelmond, ttz. net ervoor naar links, en daar de oude Tendepas op, tot op een hoogte van 1860m.
M’n escapades met de Alplutsers indachtig weet ik dat die klim tot boven niet zo simpel is, 48 korte en venijnige haarspelbochten liggen immers in ’t verschiet, en sommige zijn niet meer dan een grote hoop losse stenen waar ge u moet op zien te keren. Anderzijds is ’t wel een lekker opwarmerke op wat nog moet komen, de Ligurische staat gekend als de zwaarste (of toch één van de ) off-roadpistes voor grote reisenduro’s.
(09u10) Ietske later dan gepland beginnen we eraan, had gehoopt om tegen 9u aan ’t Fort Central te staan, soit ’t zal ietske later worden. ’t Is nu niet dat we echt gehaast zijn, maar uit allerhande info op ’t net beschikbaar heb ik wel geleerd dat een tempo van 10km/u al goed is, en wetende dat de Ligurische 80km lang is, you do the math...
(09u30) Boven is ’t uitzicht prachtig, we rijden direct door tot aan ’t Fort, hier ben ik met de Lutsers niet geweest, ’t weer en ’t late uur toen was ’t niet verstandig hier lang te blijven.
Nu hebben we dus tijd, en ’t zonneke is ten volle van de partij, we stoppen om de obligate foto’s te maken, en een kort bezoekske te brengen aan dit grote, verlaten fort.
Tussen de twee grote delen van ’t fort zien we 4x4’ers die hier de nacht hebben doorgebracht in tenten, dit doet me denken dat ik zoiets ooit is ook wil doen, kan m’n vriendin ook is meegenieten van deze sublieme omgeving.
M’n trawanten zijn, evenals ik, onder de indruk van ’t fort, dit is echt geen klein bunkertje ofzo, maar enorm groot, hier moeten ooit wel honderden soldaten gekazerneerd gelegen hebben, de foto’s spreken boekdelen want woorden schieten te kort.
(10u00) We moeten nu echt wel verder, Big Mike’s site zegt dat de moeilijkste pasages deze in ’t begin zijn, die tussen ’t fort, via de Col de la Boaire, tot aan de Col des Seigneurs. ’t Is maar te hopen da’k niet uiteen rammel, de Denzel spreekt van heel slecht liggende “schotterstrasse”, maw. een uiterst slechte steen- en puinpiste, ach, we zien wel, we zijn hier met onze gedrieën, we kunnen desnoods mekaar helpen.
(10u15) Aan ’t skistation aangekomen denk ik dat de piste heel mooi ligt, als dit ’t zwaarste stuk is dan heb ik niks te vrezen.
Ik had eigenlijk beter moeten weten...
(10u20) We sjezen verder, ik laat de meer ervaren mannen voor me vertrekken, ik zou ze toch maar ophouden.
Iets doet me vermoeden dat die zware stroken maar net om de hoek liggen. Achter ons ligt ’t Fort Central mooi te wezen, dit is echt een uitzonderlijke ervaring, zoveel heb ik nu reeds door!
(10u30) Ik sta hier ondertussen alleen, met een ongelooflijk mooi zicht rondom mij, de piste is nog altijd perfect berijdbaar, wel moet ik uitkijken, de afgrond naast de weg is enkele honderden meters diep, en er staan hier en daar paaltjes, om ’t veilig te doen lijken ofzo
(10u45) De piste is stilaan aan ’t veranderen van een gemoedelijk aangestampt aardenpad tot een echte dikke rotsbrokkenbaan, ik begin zo te denken dat die aangekondigde km’s hier beginnen, net op ’t moment dat je aan ’t meest markante en herkenbare punt van de hele route komt te staan, de haarspeld iets verder is géne kattepis, enkele diepe putten in de rotspiste, en dikke stenen her en der nopen mij om ’t heel behoedzaam aan te pakken, dit wordt stilaan wel serieus de moeite, alleszins al zwaarder dan de Sommeiller.
(11u00) Aan de Col de la Boaire aangekomen kan ik ff uitrusten, de afdaling van die haarspeld tot hier was zwaar, veel dikke losliggende stenen op de piste, ’t achterwiel dat een eigen leven leidt, en bij ’t remmen meer in de lucht hangt dan op de grond staat, ’t voorwiel dat af en toe uit m’n handen wil springen, en ik regelmatig moet corrigeren, alhoewel ik de moto zoveel mogelijk ’t werk wil laten doen, pfff, ’t is werken geblazen voor een onervaren off-roader zoals mezelf
(11u15) We hotsen en botsen verder, althans ikke toch. De KTM van Raket blijft beduidend beter ’t spoor volgen dat ’t manneke erop in gedachten heeft, de wielen en vering verteren de putten en bulten merkelijk véle beter dan mijn GS, allé, toch één ding waarin dienen Oostenrijker dan beter is
De komende km’s tot aan de Col des Seigneurs zijn een ware hel, af en toe kan ik nipt de GS de baas blijven, te traag rijden vermindert ’t gyroscopisch effect v.d wielen, maar sneller gaan is soms niet mogelijk, ’t is dansen op een slappe koord.
Af en toe stoppen we is, m’n compagnons om van ’t magnifieke uitzicht en de ervaring te genieten, ikke om op adem te komen, ’t is verdomme fysiek geen lachertje, m’n rugspieren zijn aan ’t verkrampen, soms moet ik gaan zitten op stukken waar ik liever zou rechtstaan, m’n benen en armen hebben geen last, maar die rug hè, ’t werkt zelfs op m’n ademhaling
Komt er daar nog een leukerd op een MTB voorbij gefietst, tja, dan sta je wel ff te kijken!
Na omhoog, wat relatief doenbaar is omdat je dan alleen de gas moet controleren, gaat ’t iets verder omlaag, da’s dus nog slechter, net hier is ’t meest van de pot gerukte stuk van heel deze route

Halverwege de afdaling komen we twee Duisers tegen, m’n (veel snellere) reisgenoten zijn al enkele minuten aan de praat als ik kom aangesukkeld, ik bekijk de met zijkoffers en met Anakee en Battlewing uitgeruste GS’en en hun berijders is duchtig en besluit dat deze reeds ouder, en dus hoogstwaarschijnlijk veel meer ervaren zijn dan ik.
’t Is dat, of ik ben een echte sukkelaar

(12u00) We rijden verder, althans, dat proberen we.
Stoppen op dit uiterst slechte stuk was waarschijnlijk niet zo’n slim idee, daarentegen, om de Ligurische te doen moet je sowieso al niet al te snugger zijn
Soit, Mc B neemt de kop, in z’n resolute stijl gaat hij de putten en rotsbulten te lijf, en bijna loopt ’t fout af, hij kan nog net ’t evenwicht herstellen of ’t was MOT op de grond!
Dan is ’t aan Raketman zijnen toer, de KTM doet ’t ietsje kalmer aan, maar wanneer ik zelfs bij hem een stampend, glijdend en stuiterend achterwiel, tesamen met een lichte zweem van controleverlies bemerk zinkt de moed me in de schoenen.
Over die schoenen gesproken, m’n nieuwe semi off-roadbotten van Dainese doen perfect hun werk, zij ’t wel dat ze aan ventilatie te wensen overlaten, ’s avonds zit ’t zweet in je kousen.
Waar was ik, ohja, met ietwat lichte tegenzin begin ikzelf ook aan dat ambetant stuk dat m’n trawanten beiden bijna in verlegenheid bracht, ik begin te beseffen waarom je deze stukken best niet alleen doet, de kans dat je hier onderuit gaat is zeker even groot dan de kans dat je hier ongeschonden door geraakt, ik foeter, ik moet af en toe bijna een voetje zetten, ik vloek en vraag me af welke idioot z’n idee ’t was om hier met een 250kg zware reis- [en met de nadruk op reis] enduro door te gooien.
(12u30) Ik denk dat ik ver een half uur gedaan heb over die twee à drie kilometer, rechtstaan was er niet bij, moest constant de voet bij de achterrem houden, en dat kan ik alleen al zittend.
M’n rug is ff ontlast, m’n gat doet dan weer zeer van al de slagen en stampen op te vangen, groot is dan ook m’n tevredenheid als ik uiteindelijk, zij ’t wel op een traag tempo en knullige manier beneden geraak, vanaf hier lijkt ’t beter te lopen.
(12u50) Col des Seigneurs is eindelijk berijkt, volgens de gevonden info is ’t moeilijkste achter de rug. Vanaf hier kan ik zelfs de mooie en typische haarspeld zien net boven de Col de la Boaire, in vogelvlucht misschien 2 km, in rijtijd bijna een eeuwigheid.
We profiteren van ’t prachtige zomerweer om hier te stoppen en ons potje te koken, ik doe m’n vest uit en leg deze omgekeerd, met de voering naar de zon toe, om te drogen, m’n T-shirt is mestnat van ’t zweet, de vest ondertussen ook al, zelfs m’n helmvoering heeft ’t zitten, ook deze wordt strategisch naar de warme zonnestralen gericht.
We zijn hier niet alleen, meneer en mevrouw met hun MTB’s zijn ondertussen ook tot hier gefietst, die gaan bijna even snel dan wij. Ook komen hier af en toe groepjes langs met 4x4’s, aan de gewone auto’s naast ons te zien is er nog een andere weg om tot hier te geraken, want hetgeen wij net gedaan hebben, daar geraak je zelfs met een SUV al makkelijk in de problemen.
In de vallei zien we reeds een dik wolkendek komen opzetten, hopelijk blijft ’t enkel bij wolken, en duurt ’t nog een tijdje eer deze hier zijn.
(13u30) Na een verkwikkende rustpauze, en ‘k heb ze wel degelijk gebruikt om te rusten, vertrekken we weer, ’t volgende doel is de Cristo Redentor, op de Monte Saccarel.
Moet je wel een klein stukje voor omrijden, maar da’s ’t zeker waard, althans de verscheidene reisverhalen indachtig.
De volgende km’s zijn veel makkelijker te berijden dan de vorige, nog altijd ligt ’t niveau hoger dan op de Assietta of de Parpaillon, maar ’t is perfect doenbaar, en ’t lokt zelf af en toe een tikkeltje sportief sturen en driften uit, zij ’t bescheiden, meer laat m’n techniek, of ’t gebrek ervan, niet toe.
De km’s vliegen voorbij, hoeveel weet ik niet, maar ’t blijft maar duren, af en toe passeren we een 4x4, of een herder en z’n kudde schapen. Ook komen we wandelaars tegen, dan gaat uiteraard ’t gas ff toe, kwestie van hoffelijk te wezen, we willen nml. niet dat men ’t gebruik van deze piste ook aan banden zou leggen.
(14u00) Uiteindelijk zien we na de zoveelste bocht ’t Christusbeeld in de hoogte verschijnen, we moeten nog een redelijk klimmetje doen om daar te raken, maar dat lukt zonder enige problemen, ondertussen is de gewenning aan ’t intreden, ik zie al niet meer om van de zoveelste steen die tegen m’n carterprotectie slaat, en ’t tempo ligt ook al hoger dan deze ochtend, dit is echt genieten!
(14u10) Wanneer we eindelijk aan ’t grote stalen beeld zijn komen de wolken vanuit de vallei aan de andere kant reeds overgewaaid. Lap, sneller dan gehoopt, maar we waren verwittigd.
Van ’t uitzicht genieten is er niet echt bij, aangezien we soms minder dan 50m zicht hebben. Wel vermoed ik dat ’t stijl en diep is, soit, ‘k zou ’t nie willen testen.
(14u20) We gaan wederom verder, hebben niet echt een idee hoever we nog moeten, zelfs langswaar is een raadsel. Als de piste doodloopt vraag ik aan een oudere meneer in m’n beste Italiaans langswaar de kant richting Frankrijk, en La Brigue is. Blijkt dat we dus zo’n 2 à 3 km moeten zakken, en ergens in een bocht naar rechts de kam oversteken en langs links moeten afzakken.
Dit blijkt exact te kloppen, wel wordt de moeilijkheidsgraad terug enkele trapjes hoger gezet, doch, ’t wordt nergens extreem zoals we reeds te verduren kregen. Desondanks moeten we goed opletten, de weg is zo’n 3 tot 4m breed, en dan is ’t de dieperik. Een verkeerd stuiterend wiel kan voldoende zijn...
(14u40) We rijden door een stukje bos, hier heeft de zon geen vat, en de piste ligt er nat en glibberig bij, en bij ’t negocieren van een korte rechtse neem ik een verkeerd spoor. Ik raak met m’n achterwiel niet over een dikke platte steen. Mc B en Raket net achter me zien ’t gebeuren, zeggen dat ik een klein stukje terug achteruit moet, en nog is moet proberen.
Ik doe het, en hoop dat m’n achterwiel niet naar rechts van de steen afglijdt.
’t Lukt, zij ’t nipt. De TKC schuift een beetje weg, maar eerder naar links, en heeft voldoende grip om te bijten, en de GS rechtdoor te duwen. Da’s zowat ’t enige moment denk ik waar ik een voordeel had met de Continentals, al de rest had evengoed met allroadbanden gelukt, maareuh, ’t verschil, en ’t geluk of ongeluk schuilt in een klein hoekje. Paul zegt me later dat ’t echt bitter weinig scheelde of ‘k had er gelegen, rechts, richting dieperik, ondanks de begroeiing van ’t bos.
De rest is simpel, kinderspel voor mannen die ’t vorige overleefd hebben
Op Col Lineaire lijkt ’t alsof we verplicht zijn om de moeilijke afdaling richting La Brigue te nemen, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik geen enkel moeilijk stuk meer heb gezien. Wel is dit gedeelte van de piste volledig heraangelegd. Nu zijn er brede stukken, en redelijk vlakke haarspelden, weliswaar bezaaid met een losse steenlaag van enkele cm dik, die zorgt ervoor dat je nog altijd niet in slaap moet vallen, ’t voorwiel glijdt alle richtingen uit in de zachte steentjeslaag. Achter me zie ik Mc B en Raket komen aandringen, ik laat ze direct, of toch zo snel mogelijk voorbij, en moet dan op mijn beurt ff in de ankers om niet in hun stofwolk te rijden. Ik vermoed dat ik gewoon moe ben, en ga ’t eerder kalmaan doen tot op ’t asfalt, ipv. er nu nog een sprintje uit te persen, en fouten te maken.
(15u30) We zijn vermoedelijk in N-D-des-Fontaines, en staan na meer dan 80km onverhard terug op asfalt. We hebben ’t overleefd, de grote beproeving, ik ben een tevreden man!
(15u45) Onderweg in de vallei v.d Roya besluiten we om is ff mototest te doen, we schuiven ieder op de volgende z’n masjien, en halverwege doen we nogmaals ’t zelfde.
Ik begin op de oude R80GS van Paul, en alhoewel ’t ding al ong. 15jaar oud is verbaas ik me dat ’t als vertrouwd aanvoelt. Eens een GS, altijd een GS blijkbaar. Wel zijn de gewone voorvork en ondermaatse remmen ff wennen, maar daartegenover staat dat je sowieso al stevig aan de gas moet hangen om echt snel te gaan. Toch is ’t een fijne fiets om mee te rijden, en ’t lijkt me zeer plausibel dat dit oude ding op onverhard véle beter is dan m’n moderne 1200.
Halverwege de vallei wisselen we nogmaals, nu neem ik plaats op de Oostenrijker.
De KTM voelt helemaal anders aan, nochthans is deze moto van dezelfde moderne makelij als mijn GS, maar ’t is echt dag en nacht verschil. De KTM rijdt heel goed, maar vooralsnog moet ik me mijn keuze zo’n 2’n half jaar geleden niet beklagen, zeker de asfaltwegen zou ik met niets anders dan mijn geel/zwart beesteke willen doorklieven.
(16u30) Eenmaal terug op de camping aangekomen zoeken we de douches op, ik was terwijl m’n bezwete T-shirts, en hoop dat deze tegen morgenvroeg terug droog zullen zijn.
(17u45) Op ’t gemakske sjokken we naar ’t dorp, wederom naar dezelfde terras. De ober herkent ons uiteraard, we maken weer enkele stoten mee, plots staat er bv. een vol glas Martini op ons tafelke, van wie ’t is weten we niet, enkel dat de ober ’t daar heeft gezet.
Als we na ons eten (deze keer houden we ’t bij één hoofdschotel, en een grote ijscoupe als desert) nog is drie Cola’s vragen komt hij na enkele minuten verdacht om zich heen kijkend drie blikjes bij ons deponeren, en zegt ons dat deze van ’t huis zijn
Tsss, de leperd, maar wel gelachen met die kerel.
(21u30)’s Avonds blijkt men nog een vuurwerkje af te schieten in ’t dorp, we kunnen nog een goed plaatske bemachtigen op de brug over de op die plaats wel heel brede rivier, en genieten van een tiental minuten durend knallend solfer en geknetter. Ook zie ik voor ’t eerst vuurwerk dat eerst naar ’t water wordt geschoten, om daar al drijvende de hoogte in te schieten, wel een mooi zicht!
(21u40) ’t Vuurwerk is voorbij, en we stappen met de rest van ’t volk terug naar waar we moeten, in ons geval de camping dus.
We besluiten dat vandaag een geslaagde dag is geweest, maar voor mogen is er nog een dillemma, de bedoeling was om terug richting Briançon te rijden, maar ’t weerbericht, en ‘k heb er verschillende geraadpleegd, spreekt van slecht en nat weer in gans Frankrijk, behalve de kuststrook v.d Côte d’Azur.
Zodoende is er ff discussie inzake waar ’t morgen heengaat. Ik zie ’t absoluut niet zitten om door de regen te rijden, ik haat ’t sowieso al, en dan ’t wispelturige gedrag van die TKC’s indachtig heb ik zeker geen zin meer in. Een beetje ten koste van de anderen (sorry mannekes!!!

) drijf ik m’n zin door, we gaan dus langs de kust rijden, of eerder ’t hinterland van Nice en omgeving verkennen.
(22u30) We kruipen onze slaapzak in, en de eerste vallen gelijk een blok beton in slaap, op ’t ritme van m’n omgeving z’n gesnurk volg ik een tiental minuten later evenzeer...
Grtz, Philip!