Dag 12: Niederbronn tot Thuis – vrijdag
Deze morgen nog afscheid genomen van de zagende/zingende Engelsman en onder een flauwe zon die vruchteloos door de mist probeert de breken, vertrekken we vanuit de Vogezen. Wederom is het bitterkoud (5 graden), maar de nacht was kort en iedereen had zijn voorzorgen genomen. Bert ontving hiervoor de officiële nacht-kledij-prijs : pyama, kousen, fleece, zijden handschoenen en muts. Tot voor enkele jaren zou men hiervoor uitgelachen worden, nu vinden we dit allemaal OK. We zijn flexibel ingesteld.
Na een 15 minuten wordt het toch dringend tijd om ergens een ontbijt te versieren. In een dorp vinden we een koffiekoekenzaak en omwille van de koude temperaturen en de daaraan aangepaste motorkledij, is het terras de enige geschikte plaats. We zijn nooit sterk geweest in logisch denken.
Een leuke rit om de rest van de Vogezen door te jakkeren, dan een stuk autopista verteren, om daarna recht naar het noorden te rijden via Trier en Bitburg. Het verschil tussen autopista en verbindingswegen is in die contreien een schamele 10 km/u. Gaat vlotjes.
Bitburg wordt aanvaard als middagstopplaats, waar een broodje ons klaarmaakt voor de middagdut. Motoren zoals steeds, geparkeerd op de verkeerde plaatsen. Beladen motoren krijgen voor de arm der wet in alle landen carte blanch. Ze zijn zo slecht nog niet.
Na Bitburg de verplichte autostraderit, waarbij de gevolgen van de broodjes niet te lang op zich laten wachten. Als ik in mijn achteruitkijkspiegel zie, bemerk ik dat Hans en Peter tegen elkaar leunend verder rijden. Bert ligt in een gezellige houding flink te ronken op zijn tanktas en Fons is terug in zijn slaapzak gekropen. Ikzelf rijd een 100 meter voorop om de andere weggebruikers duidelijk te maken dat ze een beetje plaats moeten maken en dat ze ons zeker niet moeten storen, door constant mijn wijsvinger voor mijn mond te houden. . Je weet maar nooit wat er kan gebeuren indien een van de motards wakker schrikt van getoeter. Veeel te gevaarlijk. De auto’s snappen het.
We landen in Leuven rond een kleine 16.30, maar in Haasrode maak ik toch al iedereen wakker, zodat iedereen zich nog een beetje kan fatsoeneren tegen dat we afstappen.
Nog een laatste drankje op het stationsplein, een geweldige uitgebreide knuffel aan iedereen en het moment is aangetreden. Ieder snort verder, maar nu afzonderlijk.
Mannen, compadres, amigos,
Bedankt voor jullie deelname en deze onvergetelijke reis.
De dagelijkse routine zal nog even blijven naweeën om dan over te schakelen naar de nieuwe, normale werkroutine.
Het opstaan in alle weersomstandigheden, het ontbijt, het zoeken naar slaapplaatsen, de verslagen en de fotomomenten op de computer.
De ritten, met het constant in de achteruitkijspiegel kijken om te zien dat iedereen er nog is, met het geronk van al de motoren als je achteraan rijdt, met het beeld van iedereen die op zijn typische manier op zijn machine zit – de motomove.
De natuur in al zijn pracht, met al de dorpen waar we doorreden. Van oude kleine dorpjes waar het leven zich afspeelt op een manier waar wij alleen maar over praten en af & toe zelfs nood aan hebben. Van super wintervakantiedorpen, netjes, proper en zo verlaten dat het bizar lijkt.
En natuurlijk de momenten van samenzijn met al de onnozele gesprekken en moppen. Sporadisch eens afgewisseld met serieuzere items.
Tot de volgende...