YOO
Maandag 12 mei.
06u00: Veel nachtrust heb ik dus niet gehad, ’t zonneke schijnt buiten, en ‘k ben veel te nieuwsgierig om nog langer in m’n bed te blijven liggen
Ik zie dat we net voorbij ’t atelier van Swarowski en hun Kristalwelten passeren in Wattens, we zijn dus net voor Innsbruck.
Ik blijf enkele minuten naar buiten kijken, genietend van de mooie ochtend en van de witte bergtoppen.
06u15: We rijden de Inn over, en stoppen ietske verder aan’ t station van Innsbruck. Hier wordt de gewone locomotief afgekoppeld, en komt er een dubbele in de plaats, diene moet ons dus over den Brenner trekken. Ik spring in m’n kleren, en vervoeg Frank, die z’n eerste sigaretje van de dag kan paffen, op ’t perron.
Er is geen haast, we hebben dik tien minuten om zalig te ontwaken, zalig gewoon.
De springschans, één van de schansen van ’t vierschansentornooi, staat prominent over de stad te kijken, indrukwekkend.
06u30: We rijden verder, langzaam aan gaat ’t omhoog, nooit steil, maar toch omhoog.
06u40: We passeren de Europabrucke, ’t typische kenmerk van de Brenner Autobahn, ’t blijft een redelijk groot brugske.
07u00: De conducteur komt langs, hij wil ons helpen met de beddekes weg te klappen, maar da’s al gedaan, zelfs ’t kleine tafelke staat al recht, ’t ontbijt volgt dan ook en ’t smaakt.
07u50: We zijn eindelijk in Bolzano, op de Brenner moest nog is van locomotief worden veranderd, blijkbaar is ’t zo dat een internationale trein door een nationale locomotief wordt getrokken.
Na ons gerief bijeengepakt te hebben wandelen we van ’t perron naar de kade waar de wagons met auto’s en moto’s al klaar staan. Da’s rap, we kunnen mogelijks al rap vertrekken.
Of toch nie, want er is éne gast die de koorden van de moto’s losmaakt, en hij begint dan nog is van achteren, zodat ’t nog bijna een uur duurt eer we aan onze moto’s geraken.
En dan heeft één van die Duitsers nog is een probleem om te starten, terwijl de Duc naast me, met z’n open Termignoni’s een kabaal van jewelste maakt.
Dat ’t hier maar rap ewa vooruitgaat, da lang wachten en blijkbaar gewoon maar vanalles doen zonder eerst is na te denken begint al fameus mijn voeten uit te hangen.
Dat die Suzuki GSX 1400, net voor me, z’n open Yoshimura’s meer lawaai maken dan de Duc doet er ook geen goed aan. Djeezes, dan liever een originele demper met “ons” stofzuigergeluid. ‘k Word oud
09u10: Eindelijk, de moto’s zijn van de wagons, we zien nog enkele Lotussen de trein afrijden, met behulp van houten balkjes om ’t hoogteverschil tussen de wagon en de kade te overbruggen, want zo’n Exige heeft niet echt wat je bodemvrijheid kunt noemen.
09u30: We vertrekken, en de GPS leidt me direct al naar een verkeerde weg, ff omdraaien en dan op de juiste baan, op weg naar onze eerste bergpas, de Passo di Costalunga, ofte de Kärrerpass.
Net buiten de stad begint de baan al leuk te kronkelen, en zo’n 5km verder zitten we al echt op een bergpas, zij ’t nog maar op zo’n 6 à 700m hoogte.
10u00: We zijn nu al een km of 25 in ’t Val d’Ega aan ’t rijden, de top, op een hoogte van 1752m, is niet ver meer als we plots een prachtig meertje passeren, hier moeten we absoluut is stoppen.
Man, ’t is hier prachtig. Besneeuwde bergtoppen, mooie baantjes, een staalblauwe lucht, een azuurblauw meertje, en daar zit blijkbaar een blote madam in ’t water.
Damn, ’t is een standbeeld, wel leuk, en ge moet al goed kijken eer ge zeker zijt, maar de sneeuw naast ’t meer doet me vermoeden dat ze anders niet lang zou blijven zitten.
10u10: Op de top v.d Costalunga, altijd een stopke doen om een fotooke te schieten, al was ’t maar de macht der gewoonte.
We rijden verder, op 't eind van de afdaling stoppen we aan een supermarkt die open is, ’t is hier nochthans ook ne feestdag, toch maar van profiteren dus.
De gebruikelijke knackwursten, een homp brood en nog wat vanalles gaan in de topkoffer, wordt straks lekker pick-nicken.
10u30: In Canazei nemen we resoluut de baan naar de Sellarunde, en we gaan ze tegenklokwijs doen, eerste aan de beurt is dus de Passo Pordoi.
Jawadde, wat een klim, zalig gewoon, tussen hopen sneeuw, genietend van de uitzichten en de warme zonnestralen, super gewoon. Boven stoppen we op de grote parking, recht tegenover de resto’s, cafeetjes en winkelkes vol prullaria.
Nog belangrijker, ook vol met stickers van bergpassen, we doen direct onze inkopen. Alle bergpassen die vandaag op ’t programma staan zijn hier beschikbaar op plakker, prima, moeten we nergens anders meer beginnen zoeken.
’t Jufrouwke verdient in één klap zo’n 25€ aan stickertjes, dankzij drie doldwaze motards
11u20: Na een lekkere tas koffie vertrekken we, richting Arabba. Vanaf hier is ’t onbekend terrein voor mij, 2j geleden heb ik op de Pordoi rechtsomkeer moeten maken door plotse sneeuwval, nu is ’t een ietske meer bewolkt aan worden, maar ’t is eigenlijk nog altijd prachtig weer, zeker gezien de periode waarin we zitten. De afdaling is voor een groot stuk tussen de sneeuw, indrukwekkende dinges.
In Arraba is ’t links, de Campolongo op.
Het is ff schrikken als ik een bord zie staan waarop de Gardena als gesloten staat aangegeven, maar ’t is maar vanaf 15u00, we hebben dus nog tijd genoeg.
12u00: We staan op de Campolongo, een korte klim vanuit Arabba, dat ook al op een hoogte ligt. Toffe klim, leuke baan, maar niet ’t kaliber van de Pordoi.
12u30: In Corvara begint de Passo Gardena al, ’t eindpunt van de Val Gardena, een bekend skigebied. Op de Gardena neem ik wat voorsprong om m’n compagnons op de foto te zetten, ’t resultaat is niet slecht, maar er zal nog beter volgen.
Frank doet ook z’n ding, en filmt ons op een stukje draaien en keren, ‘k ben is benieuwd naar die filmkes.
Als ik dan toch stilsta voor foto’s kan ik evengoe de bergen is bekijken, mooie natuur toch hier.
Vermits ieder op z’n tijd de andere aan ’t fotograferen is rijden we de klim grotendeels alleen, ik arriveer als eerste, en zet de anderen nog is op foto.
De weg naar de volgende bergpas, ze volgen mekaar hier echt wel in sneltreinvaart op, is indrukwekkend. De sneeuw, in overvloed aanwezig, maakt ’t er nog spectaculairder op.
13u00: We staan reeds op de laatste pas, de Passo di Sella. Vermits ge hier tussen de hoogtepunten nooit echt serieus afdaalt duurt ’t dus ook nooit lang alvorens ge weer is boven zijt.
Tijdens ons stopke komen hier plots een hoop berggeiten naar boven gesprongen, leuke beesten, met weinig of geen hoogtevrees me dunkt.
Ff denk ik dat ze tegen de GS’en gaan lopen, zo’n geit in paniek kan nogal rare bokkesprongen maken, maar ze springen terug van de baan weg, weer de rotsen af.
13u10: Wanneer we verder rijden spreken we af dat we een plekske gaan zoeken voor de pick-nick, en eens beneden, in Canazei, is er een mooie stopplaats.
’t Eten smaakt, tussen m’n potten en pannen heb ik altijd een klein doosje met vanalle kruiden, en sauskes mee, m’n knackies worden dus met een lekker beetje mosterd op smaak gebracht. Het scheelt niet veel of we hadden hier nog een taske warme koffie gemaakt ook, maar m’n branderke steekt te ver weg, in één van de vele roltassen op de GS.
Ohja, m’n bepakking en de GS, wel, ’t is geen geslaagde combinatie, hij stuurt voor geen meter, is enorm wispelturig op ’t voorwiel, ik denk dat er wat te veel gepak achteraan ligt
Tja, al doende leert men, spijtig genoeg kan een tempo zoals vorige editie’s er nu niet af, ’t is gewoon te gevaarlijk.
14u30: Anyway, verder gaan, da’s de boodschap. In Canazei wordt nu de Passo di Fedaia aangedaan, ’t weer is ondertussen minder geworden, ’t zou me niet verwonderen mocht ’t beginnen regenen.
Da’s dan de tweede keer in de Dolomieten dat ik m’n eerste dag met regen moet afsluiten, zou niet zo leuk zijn.
Maar, ’t blijft grotendeels droog, enkele verdwaalde druppels niet te nauw gezien. Op de Fedaia blijkt een groot stuwmeer te liggen, herrinner ik me dus niets van, tof, dan blijft ’t een beetje ontdekken, alhoewel ik hier reeds geweest ben.
Peter en Frank rijden tot op de stuwdam, ik blijf aan de straatkant staan, en neem enkele foto’s van de omgeving, en van m’n kornuiten wanneer ze van de dam terugkeren.
Ze kunnen ’t niet laten enkele stuntjes te laten zien, Frank eindigt in amazonezit, en Shulty passeert me, rechtop staand, met de armen in de lucht, pff, show offs
14u50: Tijdens de afdaling druppelt ’t af en toe, en zitten we vast achter een bestelwagen. De chauffeur doet z’n best om er vaart in te houden, en de bochten volgen elkaar snel op, zodoende zitten we enkele km’s achter hem vast.
In de vallei gaan we de Passo di Giau op, de baan ligt nat, ’t tempo gaat omlaag, maar ’t blijft genieten van de schitterende omgeving.
15u20: We zijn boven op de Giau, een adembenemende bergpas, met de Pordoi de mooiste van alle Dolomietenpassen. De typische bergtop is net niet onder de wolken aan ’t verdwijnen, maar lang zal ’t niet meer duren eer ’t wolkendek zich volledig toetrekt boven ons hoofd.
15u30: We zakken af naar Cortina d’Ampezzo, net op tijd blijkt want gedurende de eerste km’s van de afdaling begint ’t zelfs te sneeuwen, ietsje verder is ’t dan weer droog. Als ’t hier regent of sneeuwt zal het alleszins heel lokaal zijn. Maar mogelijk ook heel hevig.
16u00: Cortina ligt net voor ons.
Ik vraag aan m’n reisgezellen of we nog een bergpas meepikken, de Tre Croci, of we via de gewone weg richting Oostenrijkse grens gaan.
We vinden ’t eigenlijk welletjes, en kiezen voor de makkelijke weg, richting Dobbiaco, ofte Toblach in ’t Duits. Best lastig die tweetalige dorpen, in de ene taal klinken ze mogelijk bekend, in de andere niet.
Dus, Toblach wordt ‘t. Waarom gaan we nu naar de Oostenrijkse grens? Wel, we hebben op de meteovoorspellingen gezien dat ’t tot woensdag in Oostenrijk heel mooi weer moet zijn, en ik weet dat de GrossGlockner open is. En die wil ik echt wel nog is doen op de moto.
16u45: We rijden ’t dorpje Toblach binnen, maar ik zie direct dat we hier echt in ’t tussenseizoen zitten, de skiërs zijn reeds weg, en de zomertoeristen, wel daarop moeten ze nog enkele maanden wachten.
Aan een restaurant/hotel stop ik even, maar m'n maten vinden ’t gedacht dat de moto hier mogelijk op ’t terras moet blijven staan maar niets.
We besluiten om iets anders te zoeken. Shulty slaat plots een straatje in, en stopt voor een apparthotelleke, met kamers te huur.
’t Blijkt van een iets ouder koppel te zijn, we vragen naar de prijs en of de moto’s ergens veilig kunnen staan. De prijs is 25€ per persoon per nacht, en de moto’s mogen de privégarage in, niet twijfelen dus
17u00: Voila, we hebben ons onderdak voor de volgende twee nachten gevonden, we zitten hier supergoed, het appartementje is mooi, proper en meer dan in orde.
17u30: Ja, 17u30. Zolang heeft ’t geduurd eer m’n koffers, drie roltassen, helm, vest, tanktas en topcase boven waren. Heb ik al vermeld dat ik redelijk geladen ben
18u00: We zijn een beetje opgefrist, en gaan naar de lokale pizzeria, ik hoop dat ik er schnitzel kan eten, pizza kan ik thuis ook eten, maar hier, net tegen de Oostenrijkse grens wil ik schnitzel hebben.
18u40: Groot is m’n verbazing als ik m’n eten krijg, een lekker lapje vlees, niet gepanneerd. Damn, vergeten dat een “snede” of “schelleke” vlees hier altijd een schnitzel wordt genoemd, ik had uitdrukkelijk naar een Wiener moeten vragen.
Soit, ’t smaakt lekker, en uiteindelijk ben ik tevreden, ‘k zal morgen wel ne schnitzel eten.
20u00: We wandelen terug naar ons appartementje, we zitten hier echt goed, en genieten nog wat na van ’t goeie weer, kijken nog naar enkele foto’s, doen ons tegoed aan elk een fleske wijn, kijken wat naar diene général op de RAI die ’t weer voorspelt, of toch presenteert en zien dat ’t morgen schitterend weer gaat worden.
Ik stippel een route uit, ttz. gewoon van hier naar Lienz, en dan de Glocknerstrasse op en over, tot in Zell. Daar ne schnitzel eten, en terug, over de Glockner naar Lienz en zo wederom naar Toblach. Spijtig genoeg is de Staller Sattel toe, anders konden we langs daar terugkeren.
Ook zegt de GPS ons dat een bezoekje aan de Gerlospass, en de zo goed als bijhorende Krimmler waterval onbegonnen werk is. Dat zou een dagtripje van bijna 500km worden, ietske te veel me dunkt. Alhoewel we al erger gedaan hebben, maar toch.
22u00: We gaan stilaan slapen, ’t was maar een korte dagtrip, zo’n 190km, maar we zijn toch moe, de nacht in de trein laat zich gevoelen.
Ohja, en dat er een snurkmeester, tja hoe noemt ge iemand die zich de kunst van ’t snurken heeft meester gemaakt, in dezelfde kamer ligt doet ook al niet goed aan ’t slaaptekort.
De oordoppen gaan weer in, Peter en ik hebben m’n bedje al van naast Frank weggenomen, en zetten het in ’t midden van de kamer. Ahja, anders heb ik straks een bronchite van Franks luchtstroom, de gordijnen bewegen net niet
Soit, we gaan slapen nu, zijn moe, en hopen dat ’t fleske wijn z’n werk doet, ’t heeft in ieder geval goe gesmaakt.
Grtz, Philip!