Woensdag 14 mei.
08u00: Geeuw!
08u15: Allé, ‘k zal dan ook maar opstaan, die twee anderen zitten hier al vrolijk rond te huppelen.
08u30: Hmm, ontbijt, geen slecht gedacht. Mijn maten vragen aan mij waar we vandaag weer naartoe gaan, ‘k heb gisterenavond ne ganse avond naar die kaart zitten turen, en heb iets vermeld van een stukske off-road. Maar ik denk dat die tweede fles haar effect begon te hebben, want ‘k moet ff serieus zoeken, pas na een tiental seconden zie ik ’t totale plaatje weerkomen. Da’s dan de koffie z’n effect
09u00: We hebben ons al klaargemaakt, ’t weer is een beetje bewolkt, maar droog. De temperatuur is zo’n 16°C, ’t is dan ook nog vroeg.
We rijden ’t dorp uit, wederom in de richting van Oostenrijk, maar ietske verder, in Innichen, nemen we rechts de richting naar Sto Stefano di Cadore, over de Passo di M. Croce di Comelico, ofte de Kreuzbergpass. Pff, wa ne naam zeg, en ’t is dan nog maar een scheet hoog, stel u voor dat diene even hoog is als de Iseran, dan was ik nu nog de naam aan ’t typen ofzo.
Soit, die richting gaan we uit!
09u30: ’t Is hier niet hoog, maar ’t is een heel leuke bergpas om te rijden, vlot, open bochtjes, lekker aan ’t gas hangen, echt fun dus. We vervolgen onze weg.
09u40: We zitten nog altijd op dienen bergpas, echt de moeite waard, maar we zitten een beetje geblokkeerd achter een groep motards, die blijkbaar geen spiegels hebben.
Of ze gebruiken ze niet, soit, we moeten ons er voorbij wringen ipv. dat men ons de ruimte geeft. Triestige mentaliteit me dunkt.
09u50: We zitten in Sto Stefano, draaien hier links de grote vallei in, richting Campolongo.
Daar moeten we een klein baantje in ’t centrum van ’t dorp indraaien, en de gravel- en steenpiste van Forcella Lavardet oprijden. Ik ken deze piste enkel en alleen van de Denzel Alpestrassen Fuhrer, heeft me al dikwijls nuttige info verschaft en is dus een echte must voor wie avontuurlijk de Alpen wil doorkruisen.
We rijden enkele km’s op een smalle asfaltbaan, maar wanneer we bij de steenpiste komen staan we stil.
10u00: Damn! De brug, die je aan de overkant van de rivier moet brengen om de steenpiste op te rijden is gesloten, ietsje verder zie je dat de steenpiste gedurende een dikke tien meter volledig bedolven is door een steenlawine. ’t Zal dus niet voor vandaag zijn, spijtig.
We weten dat we moeten terugkeren, maar wat doen we dan de rest van de dag?
Ik vertel m’n maten dat ik een plannetje heb.
Zonder landkaart is ’t eigenlijk moeilijk uit te leggen, ‘k ga ’t toch is kort proberen.
Forcella Lavardet is een bergpas, van NW (’t off-roadgedeelte) naar O. Zo’n 5km ernaast, quasi parrallel, loopt de Sella di Razzo, ook een bergpas, van W naar O. Op de respectievelijke toppen van beiden is een verbindingsweg, zodoende kan je de klim vanuit ’t oosten van de Forcella doen, de steenpiste afrijden tot aan de andere kant van de steenlawine, terug omhoog rijden, en zo de westelijke afdaling van de Sella di Razzo doen. Combineren we twee berpassen voor de prijs van één, en doen we toch ons stukje off-road.
M’n companen gaan akkoord, tuurlijk, ‘k heb altijd van die goeie plannekes, alleen lopen die soms al is wat uit in tijd
10u10: We vertrekken dus, terug naar Campolongo, en draaien daar rechts, naar Comeglians. Ik vrees voor een saaie, bijna rechte weg, maar ’t blijkt een heel toffe baan te zijn, we amuseren ons.
10u20: Rond ’t dorpke Sappada halen we een duo motards in, één op een V-Strom, de andere op een soort custombike, met zo’n apenhangerstuur.
Ik zit nog bij mezelf te denken dat, eens ik uit de bebouwde kom ben ik ze zo snel mogelijk voorbij moet, tot we moeten ondervinden dat die kerels buiten de dorpkes serieus hunne gas weten zitten. Snelheden van rond de 120 zijn geen uitzondering, ik zie op den duur de V-Strom zelfs terrein verliezen op de customrijder, deze weet duidelijk wat z’n machine kan, of net niet kan.
Ik blijf er dan maar mooi achterzitten, ’t tempo hoeft echt niet omhoog voor mij, sommige bochtjes knippen toe, en als... ach, je weet ’t wel hé.
Nu weet ik niet exact meer waar, maar ergens onderweg kijk ik op de kaart, en zie plots ’t dorpke Liaris net onder Comeglians liggen. Liaris, tiens, da’s waar de Monte Zoncolan begint
De Zoncolan, de enorm steile bergweg waar men in 2003 en 2007 met de Giro is overgegaan, en die men speciaal hiervoor van een vers laagje asfalt heeft voorzien. De Zoncolan, waar sommige wielrenners hun remmen moesten toeknijpen, om toch maar niet achteruit te rijden. Waar Gibo beide malen z’n concurrenten ’t nakijken gaf. Die Zoncolan, die moet ik over.
Bij een tussenstopje leg ik m’n aangepast plan uit aan de compagnons, en zij vinden ’t fantastisch, doen dus!
Ik zoek op de gps naar de weg van dewelke ik denk dat ’t de Zoncolan is, ben niet zeker want op de Michelinkaart staat geen wegnummer, en klik deze aan.
In Comeglians stuurt de gps me door een dorpke, een zakdoek groot, en door baantjes waarvan ik denk dat ik al beter en makkelijker berijdbare gravelpistes heb gezien, uiteindelijk ben ik ’t spoor bijster.
Wat verder staan twee oudere mannen, is proberen vragen. In m’n beste Italiaans vraag ik naar de Monte Zoncolan. De heren hebben me perfect verstaan, zo goed zelfs dat ik een littanie aan Italiaanse woorden over me heen krijg, maar ik spreek helemaal geen Italiaans.
Dat zeg ik dan ook aan de mannen, wederom in m’n beste Italiaans. Vraagt de oudste van de twee in vloeiend Engels of ik dat dan beter versta en spreek.
Kun je m’n verbazing zo’n beetje voorstellen
Soit, de beste man zegt me dus om terug naar beneden te rijden, tot in ’t dorpke Liaris zelf, en daar op de markt links te nemen, ik kan ’t niet missen wordt me gezegd.
Zo gezegd, zo gedaan, in Liaris staan, reeds op de markt, de namen van de Girorenners op de weg geschilderd, je kan je dus echt niet vergissen.
10u45: We beginnen eindelijk aan de Zoncolan. ’t Is verdomme steil, heel steil zelfs. Sommige haarspeldbochtjes zijn in eerste te nemen, of je doet de koppeling stinken. ’t Is hier ook smal, amper een meter of twee, hoogstens twee’nhalf. Doet me denken aan de Mortirolo. Ja, ‘k weet ‘t, ik heb iets met bergpassen uit de grote wielerrondes.
11u00: We stoppen is, ’t is de eerste open plek, tot nu toe was ’t tussen de bomen rijden. Als we tien meter de baan opstappen voelen we pas echt hoe steil ’t hier is.
Om de zoveel meter staan hier pannelen met afbeeldingen van wielrenners die in de Giro knappe dingen laten zien hebben.
11u10: We rijden weer verder, nog altijd via de smalle weg, die kronkelt dat ’t een lieve lust is. Wel lijkt ’t alsof we ’t steilste gedeelte voorbij zijn, toch gaat ’t af en toe nog is recht omhoog.
11u20: Nu komen de mooie vergezichten aan de beurt,’t is hier prachtig, en desolaat stil.
We zien in de verte redelijk wat skipistes liggen, met nog veel sneeuw op. Hopelijk halen we de top, de oude man beneden vertelde me dat er nog sneeuw op de pas ligt, en dat we mogelijk niet tot boven zouden geraken. Tot nu toe gaat alles toch vlotjes.
11u25: We komen aan de serie van korte tunneltjes. En plots ligt er wel sneeuw, bij ’t in- en uitrijden van de tunnels. We hebben echter ’t geluk dat er blijkbaar al andere tweewielers hier zijn gepasseerd, die een spoor van zo’n 20cm breed in de sneeuw hebben gemaakt. Net breed genoeg dus om te passeren. Soit, de sneeuw wordt dus zonder problemen overwonnen.
11u35: Nogmaals een kort stopke.
’t Was me opgevallen dat m’n gps absoluut niet de weg volgde die hij had uitgezet, maar gewoon in ’t ijle aan ’t rijden was, alsof er geen weg is. Hier kom ik dan weer op de uitgezette weg terecht, en net op deze plaats zie ik dat er een gravelpiste aansluiting maakt op de asfaltweg, zou die asfaltbaan dan helemaal nieuw zijn, en nog maar enkele jaren oud zijn? Kan ik moeilijk geloven.
Wel ligt er op de gravelpiste te veel sneeuw om ze is uit te proberen, en ’t smeltwater zou de grond wel is héél zompig en modderig kunnen gemaakt hebben, niet proberen dus, maar als ik hier in de zomer, als ’t goed droog is, nog is passeer wil ik die piste wel is rijden, lijkt me leuk.
Allé, ’t laatste stukje eer we boven zijn, Frank zet ons op film, en ik probeer nog enkele leuke foto’s te schieten.
11u45: We zijn boven, op de mythische Zoncolan.’t Is hier mooi, en stil. We staan hier eigenlijk op de skipiste, zetten de moto’s in de sneeuw, Frank heeft ff een scary moment bij ’t bovenrijden wanneer hij een sneeuwplek niet ziet en bijna onderuit glijdt, mooi herpakt toch!
Als gekke, losgelaten kinderkes lopen we de skipiste op, Shulty wil weten of hij, zittend op z’n vest, de berg kan afglijden, maar da’s niet echt een succes.
We profiteren van ’t stopke om iets te eten, kwestie van geen hongerklop te krijgen, lopen wat in de rondte, ik zie aan de overkant van de vallei enkele kamroutes liggen, nu nog volledig toegesneeuwd, die ik in de Denzel terugvindt.
’t Gaat over de Panoramica delle Vette, een 29km lange bergweg, die begint op de Sella Valcalda, ’t hoogste puntje van de vallei langswaar we terug naar ’t westen gaan rijden straks. Volgens de Denzel een absolute aanrader, maar we zijn veel te vroeg in ’t jaar om ‘m nu te rijden. Spijtig, weer een reden om hier is terug te komen
12u10: We horen langs de andere kant enkele moto’s naar boven rijden, ’t is een Fazer600 en een R100GS, ze vertellen ons dat ’t goed te doen is, op een plekje sneeuw en een omgevallen boom na.
12u15: We vertrekken naar beneden, echter, eerst gaan we is kijken of we naar een skistation kunnen rijden, ahja, er ligt een gravel/modderpiste naartoe, en vermits we vandaag willen off-roaden is elke meter onverhard een kleine bonus.
Uiteindelijk blijkt er niet veel te zien, Shulty probeert ’t dan nog is langs een andere kant, maar raakt bijna vast in een laag bruinrode kleverige modder, omdraaien dus, en verder naar beneden.
12u25: We staan aan de omgevallen boom, ik wil er onder op ’t hoogste punt, maar er steekt een stuk van een afgebroken tak in de weg, ik moet m’n TTspoilertje van m’n windscherm halen om er onder te raken. M’n compagnons zien m’n gesukkel, en zijn slimmer, zij passeren net naast de afgebroken tak, maar ’t blijft nipt, heel nipt. Zo’n GS(A)1200 is dan ook niet echt een kleine moto hé.
De rest van de afdaling verloopt moeiteloos, ’t is een leuke afdaling, we passeren de skipiste ontelbare keren, gaan er zelfs enkele malen onder, en dan weer over, en komen na een een tiental minuten beneden in de vallei. In Sutrio nemen we de baan in de vallei, parrallel aan de Zoncolan terug naar ’t westen, via Ravascletto. Blijkt een toffe baan te zijn, eerst wel met ’t één dorpje achter ’t ander, later is ’t gewoon heel fijn rijden in deze vallei.
12u50: Terug in Comeglians nemen we nu de Val Pesarina, de geasfalteerde oostkant van de Forcella Lavardet. Eerst is ’t nog op ’t gemakske door enkele kleine dorpjes, daarna is ’t mooi tempo rijden, genietend van de vele bochtjes, en uiteindelijk is ’t weer op ’t gemakske omdat de baan nu wel erg smal geworden is, beetje zoals de Zoncolan, maar met slecht asfalt er bovenop. Toch geniet ik van elke meter die we doen.
13u25: We staan op de top van de Forcella Lavardet, tekenen ’t logboek, en gaan de steenpiste afrijden tot waar ’t de moeite niet meer is.
Ik weet dat ’t geen moeilijke piste is, maar eerder een niveau zoals de Parpaillon, redelijk goed te doen dus.
We rijden ieder ons tempo, doch, na een minuutje of twee voel ik Shulty naderen op me, had ik wel verwacht ook. Hij gaat me vlotjes voorbij, we blijven ons tempo rijden, en al snel zie ik ‘m enkele tientallen meters voor me rijden, handig, ik kan z’n spoor gebruiken.
Frank zit wat achter ons, rijdt ook zijn tempo, en doet ’t wat rustiger aan.
13u40: We stoppen aan een brugje, de vallei wordt gevormd door een nu rustige rivier, maar de brede bedding, en dikke rotsblokken zijn getuige van ’t feit dat ’t hier wel ruig kan doen.
Een minuutje later komt Frank aangereden, hij amuseert zicht rot, maar doet ’t wel voorzichtig aan.
Damn, ’t begint te druppelen, de wolken zijn aan ’t aanzwellen, en van wit naar donkergrijs aan ’t veranderen.
Ik twijfel ff om verder te rijden, maar m’n compagnons willen graag verder, nu is de staat van de piste ook niet al te moeilijk, zodat ’t dus in natte omstandigheden ook nog prima te doen valt, we gaan dus verder.
Ik wil eigenlijk ook graag een foto van ’t meest gekende stuk van deze gravelpiste, een brug bestaande uit vijf rioolkokers, waar ze dikke platte stenen hebben overgelegd. Deze brug is er gekomen nadat de vorige door een enorme golf van water en puin in de rivier vernield werd.
Nog een bewijs dat ’t hier kan spoken, daarmee wil ik ook rekening houden als er hier een onweer losbarst.
13u55: We zijn aan die bepaalde brug, ’t begint nu echt wel te regenen ipv. te druppelen, de regenkledij wordt bovengehaald, maar we gaan nog altijd door, de piste blijft goed berijdbaar, er zijn dus geen of weinig risico’s aan verbonden om door te rijden.
14u05: We zijn aan een stuk asfalt gekomen, blijkbaar is niet de complete NWzijde in gravel.
Tja, asfalt kan ik overal zien, we besluiten, ’t slechte weer indachtig, en ’t feit dat we nog zo’n dik kwartier off-road voor de boeg hebben, om hier terug te draaien.
(Naderhand kom ik tot de conclusie dat ietsje verder een walhalla ligt van haarspeldbochten, doe maar is een Googletje op “Forcella di Lavardet”, en je ziet ’t wel)
De regen zorgt ervoor dat ik m’n fototoestel maar beperkt durf te gebruiken, weinig foto’s dus. Ach, wederom een reden om nog is terug te keren zeker
De terugweg doen we in één stuk, ’t is boven ons zo goed als zwart aan ’t worden, dikke donkere wolken laten stilaan al wat ze in hun mars hebben los, ’t is nu goed aan ’t regenen.
Shulty neemt de kop, maar al snel haal ik ‘m in, hij is beter in ’t afdalen, ikke blijkbaar beter in ’t klimmen. Frank volgt, op z’n eigen tempo. Groot gelijk, geen moment om domme dingen te doen.
’t Gaat vlot, ik laat de vering en ’t gyroscopisch effect z’n werk doen, de GS vliegt over de stenen, zonder zich één maal anders te gedragen dan wat ik ‘m opdraag. Zou snelheid dan toch de oplossing zijn op een steenpiste?
14u20: We staan terug boven, Shulty zegt me dat we soms boven de 60km/u zaten, niet slecht me dunkt
Ff later komt Frank ook boven, van hieruit nemen we die verbindingsweg naar de Sella di Razzo, hopelijk ontvluchten we ’t onweer een beetje, nat asfalt is toch altijd minder leuk dan droog asfalt.
14u30: We zijn aan de Sella di Razzo, en kijken ff terug op de onweerswolken die nog altijd boven de Forcella Lavardet hangen.
Onderweg hebben we nog ff een hagel/bevroren sneeuwbui over ons gehad, hier is ’t gelukkig al aan ’t beteren, ik denk dat we naar de droge kant aan ’t rijden zijn.
14u35: De bergpas is niet echt hoog, zo’n 1760m, maar de afdaling is wel de moeite, we stoppen om mekaar op de foto te zetten, dit stuk lijkt als twee druppels water op de afdaling van de Malojapass, maar da’s voor binnen enkele dagen.
Wat verder gaat ’t wederom met een fameuze duik naar beneden, en zie je de baan enkele keren onder je passeren. Ik hoor Peter afkomen, en zet ‘m nog enkele keren op de gevoelige plaat.
Ietsje verder is ’t dan mijn moment om op foto te staan.
15u00: In Vigo di Cadore stoppen we ff, de regen is voorbij, we doen onze regenkledij uit, en hopen dat ’t de rest van de dag nu maar droog blijft.
Ik ga tanken, bij ’t tanken rekent Peter ’t verbruik uit, ik kom op 5,1L/100km, da’s prima zou ‘k zo zeggen. Zij zitten ietsje hoger, maar met 5,5L is ’t nog altijd geen reden tot klagen.
Soit, we gaan verder, nu is ’t naar Auronzo di Cadore, langs ’t mooie stuwmeer, en dan richting Cortina. De bedoeling is om zo’n 5km voorbij Case Orsolina rechts de weg naar Tre Cime te nemen, en daar de klim tot boven te doen.
15u35: We staan aan dat baantje naar rechts, maar dit klopt niet. Een smal laagje asfalt, tussen de bomen door, quasi ongebruikt, iets zegt me dat dit niet juist is.
Als er een auto vanuit dat baantje komt krijg ik bevestiging, deze baan gaat idd. naar Tre Cime, maar via een wandelpad, waar geen moto’s kunnen en mogen passeren. De juiste weg naar Tre Cime is via ’t Lago di Misura, maar zelfs dat blijkt geen oplossing, vermits de chauffeur me zegt dat de klim nog afgesloten is wegens overvloedige sneeuw op de baan.
Hmm, een ander plan dus, dan maar de Passo Tre Croci nemen, naar Cortina, en vandaar terug naar Toblach.
16u10: Wanneer we op de Tre Croci dan toch effe moeten stoppen, door wegenwerken aan een brug, profiteer ik van de tijd om foto’s te nemen van de omgeving.
Cortina ligt dus echt in ’t midden van het mooiste gedeelte van de Dolomieten, zoveel is duidelijk.
16u20: Op de spreekwoordelijke top van de pas zelf is een skidorp, niet zoveel te zien dus, behalve de indrukwekkende natuur in de omgeving.
De afdaling is leuk, bochtig, en op ’t eind zitten we ff vast achter een oud ventje, op een versleten 2taktje, maar met de opeenvolging van bochtige stukken gaat hij bijna even hard, of traag, als wij.
Als je hier woont leer je natuurlijk wel sturen, zoveel is zeker.
In Cortina nemen we de grote baan richting Toblach, we hebben deze gisteren reeds gedaan, en ik weet dus dat er geen gevaarlijke stukken inzitten, geen instinkers in de bochten, enz.
De gashendel gaat dus ietsje meer open, een Pool in een oude Opel Omega denkt ff dat hij sneller is dan onze motoren, maar al snel blijkt dat hij geen partij is voor ons.
16u50: Onderweg passeren we een groot restaurant, gisteren ook al gezien, maar nu lees ik de naam, “Drei Zinnenblick”, wat dus wil zeggen dat je hier een zicht hebt op Tre Cime. Stoppen voor een fotooke dus.
Spijtig genoeg zie je van deze kant niet de drie toppen, maar zie je er maar twee van, of heb je in alle geval niet ’t effect van de drie te zien.
Soit, ’t is toch een schoon stukske natuur.
17u05: We zijn terug in Toblach, en gaan de locale supermarkt plunderen voor eten, en natuurlijk ons fleske wijn. Blijkt, wanneer ik buiten kom, dat we gingen uiteten, was ik compleet vergeten, Peter en Frank dus terug de winkel binnen om avondeten, zij hadden enkel wat versnaperingen, en drinken gekocht.
18u10: De hond van ’t appartement recht tegenover ons wil ook graag op de foto.
19u30: Na een doucheke komt ’t eten aan de beurt, onze kok is bezig de worstjes op te warmen, Peter is z’n ketchup aan ’t testen, en ik neem er de bewijzen van
20u00, en later: We bekijken de kaarten, ik heb al een idee waar we morgen heengaan, ’t is in elk geval naar Zwitserland, ’t is tijd om stilaan huiswaarts te beginnen rijden, maar eerst nog naar mekaars foto’s kijken, en de fleskes ledigen.
22u00: We kruipen onder de wol, ik ben redelijk moe, m’n maten ook denk ik. ’t Was een superdag, hebben enkele prachtige dingen gezien en gedaan, en de improvisatie is gelukt. Meer moet ’t niet zijn.
Grtz, Philip!