Reisverslag Alpen 2009...
Geplaatst: 07 dec 2009, 21:35
Twee maten, twee GSA’s en veel bergen...
[Ik kijk er naar uit, eindelijk weer is met m’n beste maat op stap. Is geleden van de zomer van 2006, daarna is er vanalles tussen gekomen, zoals de bouw van z’n huis etc.
Ondertussen is z’n trouwe Roadster vervangen, de R was afgeschreven en na wat geduldig rondkijken is z’n oog op een GSA van 2004 gevallen, wel ééntje met redelijk wat km’s op de teller, maar toch, een all-road. Kunnen we eindelijk eens de geasfalteerde paden verlaten, en zien of we ’t beiden even leuk vinden.
Na wat heen- en weerkijken op de landkaarten, en de laatste dagen de weersvoorspelling te volgen besluiten we naar de Frans-Italiaanse Alpen te gaan, ze geven daar redelijk mooi weer voor de komende week. Een echte route hebben we niet, we volgen gewoon onze neus, en we zien wel waar we uitkomen, is gewoon de meest ontspannen manier van reizen me dunkt.
Overnachten doen we via ’t beproefde systeem, met de tent tenzij er regen valt, of gaat vallen, dan wordt ’t een goedkoop hotelleke.
Soit, we zien wel!]
Dag 1: van thuis tot Annecy...
We hebben afgesproken aan de Texaco aan de oprit v.d E40 in Aalst, zo rond 08u00. Rond tien na acht krijg ik een belleke, Bart aan de lijn: “Zeg, hadden wij nu afgesproken aan de oprit, of aan den Texaco van Groot Bijgaarden?” “Ah, aan diene van Aalst tiens!” “Ahzo, awel, haast u dan, ik sta al aan diene van Groot Bijgaarden, en ’t is file op d’autostrade.”
Allé, ’t begint al goed, ik kan direct naar Gr. Bijgaarden door de file proberen te knallen, uiteindelijk wordt ’t filefilteren vanaf Ternat, maar ik geraak er vlot door, ’t is dan ook een weekdag, en die commuters zijn het tussen-de-file-doorrijden van de motards al gewoon.
Na zo’n dikke tien minuten ben ik er, Bart staat me op te wachten, klaar om te vertrekken.
Eerst nog een fotooke, en dan zijn we weg.
Van hier is ’t naar Luxemburg, we hebben afgesproken om stints van 200+km’s te rijden, en dan de eerstvolgende tankgelegenheid te benuttigen. Zo schiet ’t nog op, en heb je toch nog regelmatig de tijd om je benen is te strekken.
Eens in Luxemburg is ’t tijd om de tanken te vullen, en om iets te eten. Wanneer we dat doen zien we iemand met een caravan in de knoop raken bij ’t langs de kassa v.d tankinstallatie passeren. Hij kan de bocht niet maken, de caravan schuurt, en scheurt achteraan tegen de gevel v.d shop. Uiteindelijk moeten wagen en caravan ontkoppeld worden om weg te geraken.
Een ietwat bizarre scène, die je nogmaals duidelijk maakt dat sommige mensen éénmaal per jaar met zo’n sleurhut rondzeulen, en ’t eigenlijk gewoon niet kunnen.
Tja, dan maar verder. Zo’n kleine twee uur later, in Langres, de volgende stop. Weer wat eten, drinken, en terug verder, zo schiet ’t goed op.
Iets verder nemen we de A39, richting Bourg-en-Bresse, en wat verder is ’t de A40 op, richting Genève. De A40, die heb ik nog nooit gereden, zodoende heb ik vandaag toch al een stukje Frankrijk verkend, wederom. Die A40 gaat door de Jura, het langgerekte middengebergte dat eigenlijk geologisch deel uitmaakt van de Vogezen en het Zwarte woud.
Eigenlijk gaat die A40 er gewoon over, ge moet dan ook plots redelijk wat hoogte overwinnen om de eerste col van de congé te beklimmen, de Col du Berthiand, 780m hoog. Daarnet zaten we nog maar op zo’n 2 à 300m, serieuze toebak me gedacht. Ik voel ’t ook aan de GSA, zit dus blijkbaar nog altijd met zwaar vermogenverlies. Als het zo steil omhoog gaat zakt hij gewoon in toeren, en da’s toch niet de bedoeling denk ik dan.
Net voor Nantua rij je een tunnel in, over die bergtop gaan was waarschijnlijk iets te gortig, die is nog is 300m hoger. Als je dan de tunnel uitkomt zit je plots op een heel hoog viaduct, met een machtig zicht over de bergen en dalen v.d Jura. Een echte aanrader voor ieder die een snelle, maar toch mooie weg naar de Alpen zoekt. Spijtig genoeg geen foto’s kunnen nemen, ga ik voor volgende keer iets op verzinnen.
Het rijden is echter iets minder, voor ons althans, ’t is nat, en redelijk bochtig, ik ga de held niet uithangen, en hou me braafkes aan de snelheidslimieten. En da’s maar goed ook, er staan hier redelijk wat flitsbakken.
Na zo’n 800km autosnelweg, die redelijk vlot verlopen zijn, verlaten we de A40 aan de afrit 11, die van Frangy, we hebben onderweg al afgesproken dat ons eindpunt voor vandaag het F1 hotel van Annécy gaat zijn. Ondanks dat het eigenlijk droog is gebleven de ganse dag verwacht ik voor deze nacht, en morgenvoormiddag toch regen, dus liever een hotelleke alhoewel ’t warm genoeg is hier, zo’n 24°C.
Vanaf de afrit is nog zo’n 30km in het glooiende landschap, gevangen tussen de Jura en Alpen. Leuk rijden, niet te druk.
Na een lange dag rijden zijn we dan eindelijk aan het hotel geraakt, ’t is genoeg geweest voor vandaag.
We pakken een kamer, smijten de dingen die niet op de moto’s mogen blijven liggen binnen, en frissen ons wat op.
Na een half uurke uitrusten, zitten en een safke smoren springen we terug op de moto’s, nu naar ’t centrum van Annécy. Ben er met de eerste Alplutsers doorgereden, en ’t zag er mij een aangenaam plaatsje uit, zo aan de rand van ’t meer. Zelfs met de Nüvi is ’t nog een dik kwartierke rijden tot aan de monding van ’t meer, waar het water langs de rivier Fier naar de verder gelegen Rhone vertrekt. Maar ’t was ’t waard, een mooie omgeving, het echte begin van de Alpen, prachtig uitzicht over ’t meer, en het oude centrum van Annécy.
We kuieren wat rond, om dan maar een tafelke te nemen op het terras waar we eerst dachten te gaan zitten, maar toen net geen plaats was, nu dus wel. Een lekker avondmaal is ons deel, en ondertussen treedt de duisternis in. Het is nog altijd mooi weer, maar eens de zon verdwijnt zakt de temperatuur ook gevoelig, op den duur zitten we daar met ons motovesten aan, maar we hebben ’t dan wel lekker warm. Tja, ’t is ondertussen al september hé.
Wanneer we naar de moto’s wandelen zien we dat de terraskes met hun verlichting een mooi effect geven met ’t water, ff fotomoment dus.
Dan, terug naar ’t hotel. Ik volg de gps, maar raak ff de juiste weg kwijt, en op den duur stuurt diene Nüvi mij langs heel kleine straatjes, bergsken op, bergsken af, over ne spoorweg, om dan weer op de grote baan te komen. Blijkbaar wist ‘m wat hij deed, want zo’n minuut later staan we aan ’t hotel.
Nog wat nababbelen, ff naar tv kijken, ahja, ’t is het Frans kampioenschap petanque, wreed interessant zulle, soit, na een half uurke gaat ’t licht uit, en de oogskes toe.
Moet wel zeggen dat ze rond een uur of drie ’s nachts nog is zijn opengegaan, omdat ’t buiten fameus aan ’t onweren was, met klank en lichtshow erbij. Was dus een goeie gok om naar ’t F1hotel te gaan ipv. de camping.
Grtz, Philip!
[Ik kijk er naar uit, eindelijk weer is met m’n beste maat op stap. Is geleden van de zomer van 2006, daarna is er vanalles tussen gekomen, zoals de bouw van z’n huis etc.
Ondertussen is z’n trouwe Roadster vervangen, de R was afgeschreven en na wat geduldig rondkijken is z’n oog op een GSA van 2004 gevallen, wel ééntje met redelijk wat km’s op de teller, maar toch, een all-road. Kunnen we eindelijk eens de geasfalteerde paden verlaten, en zien of we ’t beiden even leuk vinden.
Na wat heen- en weerkijken op de landkaarten, en de laatste dagen de weersvoorspelling te volgen besluiten we naar de Frans-Italiaanse Alpen te gaan, ze geven daar redelijk mooi weer voor de komende week. Een echte route hebben we niet, we volgen gewoon onze neus, en we zien wel waar we uitkomen, is gewoon de meest ontspannen manier van reizen me dunkt.
Overnachten doen we via ’t beproefde systeem, met de tent tenzij er regen valt, of gaat vallen, dan wordt ’t een goedkoop hotelleke.
Soit, we zien wel!]
Dag 1: van thuis tot Annecy...
We hebben afgesproken aan de Texaco aan de oprit v.d E40 in Aalst, zo rond 08u00. Rond tien na acht krijg ik een belleke, Bart aan de lijn: “Zeg, hadden wij nu afgesproken aan de oprit, of aan den Texaco van Groot Bijgaarden?” “Ah, aan diene van Aalst tiens!” “Ahzo, awel, haast u dan, ik sta al aan diene van Groot Bijgaarden, en ’t is file op d’autostrade.”
Allé, ’t begint al goed, ik kan direct naar Gr. Bijgaarden door de file proberen te knallen, uiteindelijk wordt ’t filefilteren vanaf Ternat, maar ik geraak er vlot door, ’t is dan ook een weekdag, en die commuters zijn het tussen-de-file-doorrijden van de motards al gewoon.
Na zo’n dikke tien minuten ben ik er, Bart staat me op te wachten, klaar om te vertrekken.
Eerst nog een fotooke, en dan zijn we weg.
Van hier is ’t naar Luxemburg, we hebben afgesproken om stints van 200+km’s te rijden, en dan de eerstvolgende tankgelegenheid te benuttigen. Zo schiet ’t nog op, en heb je toch nog regelmatig de tijd om je benen is te strekken.
Eens in Luxemburg is ’t tijd om de tanken te vullen, en om iets te eten. Wanneer we dat doen zien we iemand met een caravan in de knoop raken bij ’t langs de kassa v.d tankinstallatie passeren. Hij kan de bocht niet maken, de caravan schuurt, en scheurt achteraan tegen de gevel v.d shop. Uiteindelijk moeten wagen en caravan ontkoppeld worden om weg te geraken.
Een ietwat bizarre scène, die je nogmaals duidelijk maakt dat sommige mensen éénmaal per jaar met zo’n sleurhut rondzeulen, en ’t eigenlijk gewoon niet kunnen.
Tja, dan maar verder. Zo’n kleine twee uur later, in Langres, de volgende stop. Weer wat eten, drinken, en terug verder, zo schiet ’t goed op.
Iets verder nemen we de A39, richting Bourg-en-Bresse, en wat verder is ’t de A40 op, richting Genève. De A40, die heb ik nog nooit gereden, zodoende heb ik vandaag toch al een stukje Frankrijk verkend, wederom. Die A40 gaat door de Jura, het langgerekte middengebergte dat eigenlijk geologisch deel uitmaakt van de Vogezen en het Zwarte woud.
Eigenlijk gaat die A40 er gewoon over, ge moet dan ook plots redelijk wat hoogte overwinnen om de eerste col van de congé te beklimmen, de Col du Berthiand, 780m hoog. Daarnet zaten we nog maar op zo’n 2 à 300m, serieuze toebak me gedacht. Ik voel ’t ook aan de GSA, zit dus blijkbaar nog altijd met zwaar vermogenverlies. Als het zo steil omhoog gaat zakt hij gewoon in toeren, en da’s toch niet de bedoeling denk ik dan.
Net voor Nantua rij je een tunnel in, over die bergtop gaan was waarschijnlijk iets te gortig, die is nog is 300m hoger. Als je dan de tunnel uitkomt zit je plots op een heel hoog viaduct, met een machtig zicht over de bergen en dalen v.d Jura. Een echte aanrader voor ieder die een snelle, maar toch mooie weg naar de Alpen zoekt. Spijtig genoeg geen foto’s kunnen nemen, ga ik voor volgende keer iets op verzinnen.
Het rijden is echter iets minder, voor ons althans, ’t is nat, en redelijk bochtig, ik ga de held niet uithangen, en hou me braafkes aan de snelheidslimieten. En da’s maar goed ook, er staan hier redelijk wat flitsbakken.
Na zo’n 800km autosnelweg, die redelijk vlot verlopen zijn, verlaten we de A40 aan de afrit 11, die van Frangy, we hebben onderweg al afgesproken dat ons eindpunt voor vandaag het F1 hotel van Annécy gaat zijn. Ondanks dat het eigenlijk droog is gebleven de ganse dag verwacht ik voor deze nacht, en morgenvoormiddag toch regen, dus liever een hotelleke alhoewel ’t warm genoeg is hier, zo’n 24°C.
Vanaf de afrit is nog zo’n 30km in het glooiende landschap, gevangen tussen de Jura en Alpen. Leuk rijden, niet te druk.
Na een lange dag rijden zijn we dan eindelijk aan het hotel geraakt, ’t is genoeg geweest voor vandaag.
We pakken een kamer, smijten de dingen die niet op de moto’s mogen blijven liggen binnen, en frissen ons wat op.
Na een half uurke uitrusten, zitten en een safke smoren springen we terug op de moto’s, nu naar ’t centrum van Annécy. Ben er met de eerste Alplutsers doorgereden, en ’t zag er mij een aangenaam plaatsje uit, zo aan de rand van ’t meer. Zelfs met de Nüvi is ’t nog een dik kwartierke rijden tot aan de monding van ’t meer, waar het water langs de rivier Fier naar de verder gelegen Rhone vertrekt. Maar ’t was ’t waard, een mooie omgeving, het echte begin van de Alpen, prachtig uitzicht over ’t meer, en het oude centrum van Annécy.
We kuieren wat rond, om dan maar een tafelke te nemen op het terras waar we eerst dachten te gaan zitten, maar toen net geen plaats was, nu dus wel. Een lekker avondmaal is ons deel, en ondertussen treedt de duisternis in. Het is nog altijd mooi weer, maar eens de zon verdwijnt zakt de temperatuur ook gevoelig, op den duur zitten we daar met ons motovesten aan, maar we hebben ’t dan wel lekker warm. Tja, ’t is ondertussen al september hé.
Wanneer we naar de moto’s wandelen zien we dat de terraskes met hun verlichting een mooi effect geven met ’t water, ff fotomoment dus.
Dan, terug naar ’t hotel. Ik volg de gps, maar raak ff de juiste weg kwijt, en op den duur stuurt diene Nüvi mij langs heel kleine straatjes, bergsken op, bergsken af, over ne spoorweg, om dan weer op de grote baan te komen. Blijkbaar wist ‘m wat hij deed, want zo’n minuut later staan we aan ’t hotel.
Nog wat nababbelen, ff naar tv kijken, ahja, ’t is het Frans kampioenschap petanque, wreed interessant zulle, soit, na een half uurke gaat ’t licht uit, en de oogskes toe.
Moet wel zeggen dat ze rond een uur of drie ’s nachts nog is zijn opengegaan, omdat ’t buiten fameus aan ’t onweren was, met klank en lichtshow erbij. Was dus een goeie gok om naar ’t F1hotel te gaan ipv. de camping.
Grtz, Philip!